1° Henry, Amer. romanschrijver; broer van 2°. * 15 April 1843 te New York, leefde een groot gedeelte van zijn leven in Europa, ♱ 28 Febr. 1916. Zijn werk is over twee perioden te verdeelen, vóór en na 1895 ongeveer; in de eerste periode schreef hij betrekkeliik traditioneel over het leven van Amerikanen in Europa; daarna wint zijn stijl aan persoonlijkheid, hoewel soms zijn zucht tot het volgen van de geringste nuance tot overdrijving leidt.
Zijn romans munten uit door een geraffineerde zielkundige ontleding en handelen meestal over het leven van menschen uit de hoogste kringen der samenleving. Ziin invloed was grooter op de Eng. dan op de Amerik. literatuur.Voorn. werken: Romans en novellen: Roderick Hudson (1875); The American (1877); Daisy Hiller (1878); The Portrait of a Lady (1881); What Maisie knew (1897); The Wings of the Dove (1902); The Golden Bowl (1904); The Finer Grain (1910). Critische opstellen: Londen Notes (1914). Uitg.: Nw. York-Edition (35 dln. 1921 vlg.). Lit.: P. Lubbock, in Dict. of Nation. Biography (suppl. 1912-’21) ; P. Edgar, H. J. (New York 1927).
2° William, Amer. psvcholoog, paedagoog, philosoof. * 11 Jan. 1842 te New York, ♱ 26 Aug. 1910 te Choconna (New Hampshire). Als psycholoog staat J. op biologisch standpunt, ziet den mensch vooral als „behaving organism”, werd zoo de voorlooper van het ➝ behaviorisme, legt sterk den nadruk op het doen, bereidt daarmee de ➝ werkschool voor, en is de grondlegger van het ➝ pragmatisme. Opvoeding is volgens J. „de organisatie van verworven gewoonten en neigingen tot een bepaalde levenshouding en vaste gedragingswijze”.
Voorn. werken: Principles of Psychology (1890); Briefer Course; Talks to Teachers (1899, Ned. vert. d. Braam).