Breydel - Jan, naam van den Brugschen volksleider, lid van het vleeschhouwersambacht, die met Pieter de Coninck een leidende rol speelde in de gebeurtenissen rond den „Slag der Gulden Sporen” (1302). Vermeld in enkele kronieken en annalen van dien tijd, is hij door Conscience’s „Leeuw van Vlaanderen” tot een legendarischen volksheld gegroeid.
Hij leidde de opstandige menigte, welke bij de komst van den Franschen landvoogd Jacob van Chatillon, graaf van St. Pol, uit de stad moest wijken, en verwoestte het slot van Male, waar enkele ridders den mondvoorraad van het Fransche leger bewaarden. Hij nam deel aan de beruchte ➝ „Brugsche Metten” van 18 Mei 1302. Hij bleef zich met zijn medestrijder, nu ridder Pieter de Coninck, verzetten tegen het aannemen van den vernederenden vrede van Athis (Juni 1305) en woonde de vergadering bij van de opstandige steden, welke in 1308 te Kortrijk werd gehouden. Toen in 1309 de graaf van Vlaanderen, Robert van Bethune, naar Parijs was getogen, ten einde over dien vrede te onderhandelen, vermoordde Jan Breydel den vertrouweling van den graaf, Gilles de Clerck.
In Maart 1309 is het weer Jan Breydel, die met de Coninck aan het hoofd van het opstandige „gemeyn” de stad Brugge in het geweer brengt tegen de aanneming van het verdrag van Athis. Zijn naam wordt nog genoemd bij diegenen, welke de abdij van Ter Doest einde 1308 belegerden om den leekebroeder Willem van Saaftingen tegen den abt bij te staan.
Het jaar van zijn geboorte alsmede dat van zijn dood is niet bekend.
Lit.: F. Funck-Brentano, Philippe le Bel en Flandre (Parijs 1897); Leo Delfos, 1302 door tijdgenooten verteld (Antwerpen 1931).
“V. Roosbroeck.
”