Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bouwvergunning

betekenis & definitie

Bouwvergunning is een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (Schepenen) om in de betreffende gemeente een bouwwerk uit te voeren. Op een bouwaanvrage moet de vergunning worden geweigerd:

a) als het ingediende bouwplan afwijkt van een goedgekeurd uitbreidingsplan der gemeente;
b) indien gebouwd zou worden in strijd met de bouwverordening, of een dergelijk gemeentelijk voorschrift, of met een bouwverbod. Is het bouwplan niet in strijd met uitbreidingsplan of voorschriften, dan mag de b. niet worden geweigerd.

Het College is verplicht te beslissen: in Nederland binnen den tijd door de gemeentelijke bouwverordening bepaald, in België binnen de drie maanden van den dag, waarop de plannen werden overgelegd. Van het besluit van het College is beroep bij de hoogere bestuursoverheid. “v. Embden ” Bouwverordening (Ned.). De → Woningwet bepaalt, dat de gemeenteraad voorschriften moet geven betreffende het bouwen en vernieuwen van woningen en andere gebouwen; het als woning in gebruik nemen van gebouwen; bestaande woningen; en een behoorlijke bewoning.

Deze voorschriften worden gewoonlijk in de bouwverordening samengebracht.

Verplicht volgens de Woningwet is het vaststellen van voorschriften 1° over voor- en achterrooilijnen (→ Rooilijn);

2° over de plaatsing der gebouwen t.o.v. elkaar;
3° over de hoogte der gebouwen;
4° over grootte en indeeling van woningen en vertrekken, en het hoogtepeil van den beganegrondvloer;
5° over privaten in woningen, over de beschikbaarheid van drinkwater, het voorkomen van brandgevaar, het voorkomen van vochtigheid, over de hechtheid van de onderdeelen der woningen, de verwijdering van afvalwater en vuil (rioleering), den toevoer van licht en lucht en de schoorsteenen.

De Woningwet noemt voorbeelden van voorschriften, welke de gemeenteraad aan bovengenoemde kan toevoegen: eischen omtrent zuivering van ongedierte, afscheiding van slaapplaatsen, aantal woningen in eenzelfde gebouw, aantal bewoners in verband met de ruimte der vertrekken. Deze reeks kan nog worden uitgebreid en dit geschiedt ook in ruime mate. Immers deb. is naast het → uitbreidingsplan voor het gemeentebestuur het belangrijkste middel om leiding te geven aan de bebouwing. Zeker in grootere gemeenten is de b. dan ook zeer zorgvuldig en uitvoerig gedetailleerd. Behalve de bovengenoemde punten zijn er vaak in geregeld: de eischen, waaraan nieuwe wegen moeten voldoen (verharding, breedte, rioleering, enz.), voordat daaraan mag worden gebouwd; verder voorschriften over → bouwaanvrage, → bouwvergunning en → bouwverbod, over → onbewoonbaarverklaring, over strafbepalingen op overtreding der b., alsmede een welstandsbepaling (→ Schoonheidscommissie).

De b. bevat alleen algemeene regelen, differentiatie van voorschriften voor met name te noemen straten is dus niet mogelijk. Wil de gemeenteraad de bebouwing van verschillende straten op onderscheiden wijze regelen, hetgeen in verband met het uiteenloopende karakter van verschillende deelen eener gemeente vaak wenschelijk zal zijn (bijv. lage, gesloten bebouwing met kleine woningen en ondiepe voortuinen in arbeiderswijken, open bebouwing met ruime woningen en groote tuinen in villawijken; → Stedebouw), dan kan dit niet in de b. geschieden, doch moet gebruik worden gemaakt: voor de bebouwde kom van een bebouwingsverordening (op grond van art. 43 der Woningwet) en voor de toekomstige uitbreiding van een → uitbreidingsplan, welke beide evenals de b. aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zijn onderworpen, doch die bovendien voor en na de vaststelling door den Raad een bepaalden termijn voor een ieder ter inzage moeten liggen. Belanghebbenden kunnen dan, eerst bij den Raad, later bij Gedeputeerde Staten bezwaren indienen. De vaststelling van de b. is niet aan deze bepalingen onderworpen, hetgeen ook logisch past bij haar algemeen karakter, waardoor zij minder aanleiding zal geven, dat bepaalde belanghebbenden worden getroffen.

Verder kan de Raad nog invloed uitoefenen op de bebouwing langs bepaalde wegen door een zgn. bijzonder rooiüjnbesluit (→ Rooilijn) of door een → bouwverbod.Ook in deze gevallen bepaalt de wet, dat belanghebbenden gelegenheid moeten hebben hun bezwaren kenbaar te maken. Ten slotte kan de Raad vestiging van industrieën in bepaalde wijken regelen met een hinderwetsverordening.

Toezicht op de naleving van de b. houdt het gemeentelijke → bouwen woningtoezicht. Overtreding van de b. kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden (onder bepaalde omstandigheden worden deze maxima verdubbeld).

Lit.: mr. L. Lietaert Peerbolte en W. H. v. d. Kaa, Leidraad bij het samenstellen van bouwverordeningen. “v. Embden

< >