Bodin, jean - ook Bodinus, Fransch staatsphilosoof en schrijver; * 1530 te Angers, ♱ 1596 te Laon. Aanvankelijk advocaat te Toulouse, daarna bij het Parlement te Parijs.
Zijn staatsleer grondvestte hij op de natuurrechtelijke grondslagen van gezin, eigendom en gemeentelijke autonomie en gebruikte daarbij als materiaal een schat van gegevens, ontleend aan de geschiedenis en aan eigentijdsche gebeurtenissen. Drager van het hoogste politiek gezag (de souvereiniteit) is de koning. De volksvertegenwoordiging regeert niet met hem, maar haar toestemming is noodig voor aantasting van het eigendomsrecht, waaronder volgens B. ook belastingheffing valt. Autonome lichamen binnen den Staat zijn noodig, maar behoeven de goedkeuring van den koning. In zijn betrekkingen tot andere volken is de vorst onderworpen aan het natuurrecht: in politiek opzicht erkent hij niemand boven zich.
Op de statenvergadering te Blois (1576) komt B. op voor godsdienstvrijheid en protesteert tegen de vervolging van de Protestanten. In zijn merkwaardig werk: Heptaplomeres de rerum sublimium arcanis abditis (1857) laat hij aanhangers van zeven verschillende godsdiensten disputeeren en tracht aan te toonen, dat zij allen recht van bestaan hebben, wanneer ze de wetten van den staat, van zedelijkheid en deugd ongeschonden laten. Door zijn protest tegen de vervolging verliest B. de gunst van Hendrik III. In 1584 neigt hij tot de partij der Ligue. Later onderwerpt hij zich aan Hendrik IV.
Hoofdwerk: Do la république (1577). — L i t.: P.Errera, J. B. un précurseur de Montesquieu (1895).