Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Blake, 1°

betekenis & definitie

Blake, 1° - George, Schotsch realistisch schrijver en uitgever. * 1893 te Greenock; sedert eenige jaren directeur van de uitgeversfirma Faber en Faber te Londen. Zijn romans in sterk realistischen, vaak bitteren stijl schilderen vooral het leven in WestSchotland, langs de Clyde.

Romans: Vagabond Papers (1922); The Wild Men (1925); Young Malcolm (1926); Returned Empty (1931); Sea Tangle (1932). Pompen.

2° R o b e r t, Engelsch admiraal, * 1599, ♱ 1657; werd als handelsman in 1645 lid van het Lange Parlement, tegenstander van Karel I. In 1649 kreeg hij, als vertrouwd met de zeevaart, het bevel over de oorlogsvloot in den strijd tegen de koninklijke vloot; daarna in den eersten oorlog tegen de Nederlanders. Hij overwon Tromp in 1653 in den driedaagschen zeeslag; streed vervolgens tegen de zeeroovers in de Middellandsche Zee en tegen de Spanjaarden in WestIndië; stierf aan boord van zijn schip op de reede van Plymouth. v.Gorkom.
3° William, visionnair Engelsch dichter, schilder en graveur (zie plaat). * 1757 te Londen, ♱ 1827 aldaar. Zoon van een klein winkelier; woonde bijna zijn geheele leven in Londen, waar hij ongeëerd en onbekend een groote hoeveelheid kunstwerken heeft gemaakt voor slecht betalende opdrachtgevers, die niets van zijn kunst begrepen en zich verbeeldden zijn weldoeners te zijn. Reeds als jongen (omstr. 1769) schreef hij eenige lyrische gedichten (gedrukt 1783), zóó vol nieuwe lentemuziek, dat B. nog vóór Bums en Wordsworth de heraut van de Engelsche romantiek mag heeten. Deze werden in 1789 gevolgd door de eerste van een unieke serie boekjes, waarin naar een origineel procédé de tekst tegelijk met de randversiering en de illustraties door zijn geduldige stift was gegraveerd. Midden in een tijd van rationalisme en materialisme zingt hij van de ziel, van haar val in het stoffelijke, en haar verheffing tot het goddelijke, en zijn ongekunstelde, maar hijgende lyrische rhapsodieën nemen epische grandiose verhoudingen aan in zijn groote Prophetische Boeken. Zonder geestelijk contact met zijn medemenschen leefde hij in een wereld van eigen persoonlijke verbeelding, waarin hij geweldige visioenen zag en waarvoor hij een geheel mythologisch stelsel opbouwde.

Doch ongeschoold denker als hij was en met een beperkte heerschappij over de taal, gebruikte hij daarvoor een halfmystieke terminologie (grootendeels ontleend aan de Propheten, de Apocalypse en aan Swedenborg), die zijn latere boeken bijna onverstaanbaar maakt. De grondtoon van al zijn werken is een protest, een hartstochtelijk verzet tegen het rationalisme der 18e eeuw met al zijn enge conventies en fatsoen-begrippen. Daartegen kent hij geen ander middel dan het verbreken van al datgene, waardoor de menschelijke energie wordt gebonden, zelfs van de zedenwet, ofschoon zijn persoonlijk gedrag altijd voorbeeldig bleef. Zijn bedoeling was meer intellectueel dan ethisch, hij streefde naar een vergeestelijking van het aardsche, en ofschoon hij zijn theorieën vaak uitdrukt in theologische en Christelijke termen, wilde hij een vernieuwing niet van den godsdienst, maar van de kunst.

Terwijl zijn poëzie steeds ingewikkelder werd en duisterder, werden zijn teekeningen altijd lichter en pakkender, en culmineerden in de illustraties van zijn Jerusalem en de latere schilderingen en gravures. Hij wendde zich af van de academische voorkeur voor het pictureske en zocht zijn modellen in de groote Renaissance, bij Raffaël en Michelangelo; hij legde den nadruk niet op gebroken lijnen en massa’s, maar op vaste scherpgeteekende omtrekken. Daarbij een scheppende verbeeldingskracht, massieve vormen, levendige, prismatische kleuren, waarmede hij alle effecten weet te bereiken: teederheid, vreugdevolle verrukking, overstelpende kracht, vreeselijk of majestueus. Al deze eigenschappen zijn in evenwichtige synthese vereenigd in zijn meesterstuk, de 21 teekeningen bij het Boek Job.

Voorn. werken: Songs of Innocence (1789); Marriage of Heaven and Hell (1790); Songs of Experience (1794); illustraties bij Young’s Night Thoughts 1796), bij Gray’s gedichten (1799), bij Blair's Grave 1808), bij het Boek Job (1825), bij Dante’s Divina Commedia (1826); verder vooral nog de twee prophetische boeken Milton en Jerusalem (omstr. 1804), de Descriptive Catalogue van zijn tentoonstelling (1809) en de prachtig gekleurde prent van De Oude der Dagen (1827, oorspronkelijke teekening 1794). — U i t g.: tekst der gedichten, zeer talrijk; een der eenvoudigste en handigste is van M. Plowman in Everyman’s Library (1927), uittreksels in alle Engelsche bloemlezingen; teekeningen vooral in H. J. C. Grierson, B.’s Designs for Gray’s Poems (1922), Illustrations to ... Dante (1922), D. Figgis, Paintings of W. B. (1925); L. Binyon, Engraved Designs of W. B. (1926); G. L. Keynes, Pencil Drawings of W. B. (1927); B.’s Illustrations to Young’s Night Thoughts (1927). — L i t.: Volledige bibliographie tot 1921 door G. L. Keynes, Grolier Club (1921); biographieën door A. Gilchrist (2 dln. 1863 en 1880, 21907); O. Burdett (1927); T. Wright (2 dln. 1929); J. M. Murry (1933); verder belangrijke monographieën: door A. C. Swinburne (21925); A. Symons (1907); B. de Selincourt (1909); G. K. Chesterton (1910); P. Berger (1914); S. F. Damon (1924); J. H. Wicksteed (1924 en 1928); Helen C. White (1927). Doyle-Davidson.

< >