Bakovens - zijn ovens voor het bakken van brood en ander gebak. Ouderwetsch, maar nog lang niet verdwenen zijn de b., waarin een houtvuur in de bakruimte wordt gestookt (directe verwarming).
Zoodra de bakruimte voldoende heet is, haalt men de brandstofresten eruit en zet het deeg ervoor in de plaats. In de nieuwere typen zijn stook- en bakruimte van elkaar gescheiden (indirecte verwarming). Hiertoe behooren o.a. de heete-luchtovens (verbrandingsgassen worden door kanalen om de bakruimte heen geleid) en de heetwaterovens (een stelsel van gesloten, gedeeltelijk met water of een andere vloeistof gevulde buizen, die met het eene einde in de stookruimte en met het andere einde in de bakruimte uitsteken en daardoor de warmte-overdracht van stookop bakruimte tot stand brengen). Soms is de ovenvloer beweegbaar (uitrijdovens); voor het grootbedrijf komen kettingovens in aanmerking, waarin de stukken deeg met een ketting zonder einde door de bakruimte worden gevoerd (automatisch bedrijf). Als brandstof gebruikt men hout, kolen, cokes, turf, of stookolie. Gas en electriciteit komen in verband met den hoogen prijs alleen in bijzondere gevallen in aanmerking.
G. v. d. Lee.