Duitsch plantkundige; * 22 April 1839 te Neukirchen, ✝ 2 Maart 1887 te Berlijn. Hij studeerde in de natuurwetenschappen te Marburg; in 1861 werd hij te München assistent van Von Martius, dien hij in 1868 opvolgde als redacteur van de Flora brasiliensis, waarvoor hij vele plantenfamilies bewerkte.
Hij was achtereenvolgens professor te Graz en te Kiel en in 1878 volgde hij Alexander Braun op als hoogleeraar in de plantkunde te Berlijn. E. was niet alleen een uitstekend systematicus, maar hij leverde ook belangrijk werk op het gebied der morphologie en ontwikkelingsgeschiedenis.Voorn. werken: Blütendiagramme (2 dln. 1875—1878); Syllabus der Vorlesungen über spezielle u. medizinisch-pharmaceutische Botanik (1876). Melsen