Prot. theoloog, philosoof, arts en musicus. * 14 Jan. 1875 te Kaysersberg. Privaatdocent in exegese van het N.
T. te Straatsburg, 1902-’13. Daarna vertrok hij als zendeling naar Kongo.
Als exegeet vertegenwoordigt hij de eschatologische richting. Later kwam hij bij zijn philos. studies, die vnl. „het leven” als ethisch principe willen vaststellen, ook tot de „religionsgeschichtliche” methode.
Als musicus verdedigt hij een eigen opvatting over Bach en werd hij tevens een hartstochtelijk verdediger van de orgelmuziek. Ook als zendeling vertegenwoordigt hij een eigen richting.
Zelf ging hij eerst de geneeskunde bestudeeren en hij wilde overal ziekenhuizen oprichten. De gedachte van de medische missie vond in hem een uitstekend verdediger.Werken: o.a. Von Reimarus zu Wrede (1906); Gesch. der paulinischen Forschung (1911); Die Mystik des Apostel Paulus (1930); J. S. Bach (1922). Lit.: O. Kraus, A. S., Sein Werk und seine Weltanschauung (1922); J.
Eigenhuis, A. S. (1929).