Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Exegese

betekenis & definitie

Exegese - (Gr. exègeisthai = uitleiden, uitleggen) wordt nagenoeg uitsluitend gebruikt in verband met de H. Schrift en beteekent de interpretatie van den bijbeltekst, d.w.z. de vaststelling van den zin der H.

Schrift. Zooals alle andere boeken hebben de schriftuurboeken een letterlijken zin, nl. een eigenlijken zin, en een metaphorischen of figuurlijken zin.

Men onderscheidt daarenboven nog een typischen schriftuurzin en een toegepasten schriftuurzin, bij de bepaling waarvan men echter met groote omzichtigheid moet te werk gaan; dit geldt vooral voor den toegepasten zin, die, wanneer hij niet in de bijbelboeken zelf voorkomt, eigenlijk geen schriftuurzin is.De regels of principen van Kath. exegese zijn:

1° de algemeene regels, van toepassing op de interpretatie ook van alle niet-geïnspireerde of profane boeken, zooals de studie van den tekst, van context en van parellelplaatsen.
2° De speciale regels van Kath. bijbelinterpretatie, gededuceerd uit het dogma, d.i. uit het kerkelijk leergezag, dat den schat der Openbaring moet bewaren en kan verklaren, en uit de inspiratie of het goddelijk auteurschap der H. Schrift, die dus geen dwaling bevatten kan.

Onder geschiedenis der exegese verstaat men de verklaringen, die in den loop der tijden van den Bijbel, van een bepaald boek of van een bepaalden tekst gegeven zijn. De e. is de hoofdzaak der Bijbelvorsching; zij is de onmiddellijke bron van de Bijbeltheologie.

Lit.: N. Peters, De R.K. Kerk en de Bijbelcritiek (vert. A. Bruynseels; Brussel en Amsterdam 1907).

Brans.

< >