Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

SYNAGOGE

betekenis & definitie

(Gr., plaats van samenkomst) of proseuchè (Gr., gebed) is de naam van het gebouw, waarin de Joden samenkomen voor de godsdienstoefening. Over de oorsprong van de synagoge is met wetenschappelijke zekerheid niets bekend.

De talmoed zegt, dat zij reeds in Abrahams tijd bestond, maar deze uitspraak dient slechts om het gezag van dit instituut te tonen en te versterken. De oudste authentieke oorkonde van een synagoge is het opschrift waarmede de „proseuchè” van Schedia aan het koningshuis van Ptolemaeus III Euergetes (247-221 v.

Chr.) werd opgedragen. De naam „gebedsplaats”, die vooral in Egypte gebruikt werd en o.a. voorkomt Hand. 16 : 13 en 16, legt de nadruk op het gebed als het belangrijkste onderdeel van de eredienst.

Men krijgt de indruk, dat aanvankelijk iedereen bevoegd was in de synagoge de Schrift te lezen en uit te leggen. Zo is het verklaarbaar, dat Jesus, de timmermanszoon, te Nazareth (vgl.

Luc. 4 : 16-30) Is. 61 ; 1-2 leest en verklaart. Niet het optreden zelf, maar de uitleg blijkt dan aanstoot te geven.

Langzamerhand echter is de synagoge vooral tot het leerhuis geworden, waarde rabbijnen zowel Joden als proselieten konden onderrichten. Daarom spreekt men in het Hebreeuws van het beth-ha-midrasj (het huis van het onderzoek) en in het Jiddisch van de sjoel (Schule).

De laatste term is onder de Nederlands sprekende Joden zelfs de gebruikelijke geworden wanneer men de synagoge bedoelt.De functie van de synagoge bij de verbreiding van het Christendom is van grote betekenis geweest: Paulus krijgt door middel van dit instituut de gelegenheid te prediken onder de Joden en de Jodengenoten in de wijd verbreide verstrooiing. Volgens de talmoed moest de synagoge naar Jerusalem gericht zijn, in de practijk heeft men zich aan dit voorschrift niet steeds gehouden. Wel was de synagoge een weerspiegeling van de inrichting van de tempel; recht tegenover de ingang is de ark, de bewaarplaats der thora-rollen. Dit heiligdom is van de ruimte voor het publiek gescheiden door een voorhangsel. Tussen ark en gemeente is de bima, een podium met een katheder, vanwaar de Schrift wordt gelezen en uitgelegd. Evenals in de tempel te Jerusalem zijn de vrouwen van de mannen gescheiden en moeten de eersten zich op grotere afstand van de ark bevinden.

Er is een vaste liturgie, waarin het sjemd (d.i. Deut. 6 : 4-9, 11 : 13-21 en Num. 15 : 37-41), het sjemoné esré (het achttiengebed) en de priesterzegen (Num. 6 ; 24—26) de voornaamste onderdelen vormen. Dan volgt het onderrichtend deel van de dienst, waarin een gedeelte van de thora, die in een jaarcyclus wordt gelezen, en aansluitend een stuk uit de profeten worden gereciteerd met een oude cantilene. Op den duur is deze liturgie met gebeden en liederen uitgebreid en sterk genuanceerd naar de plaats in het synagogale jaar. Het staat vast, dat de invloed van deze liturgie op de christelijke eredienst groot is geweest. M.

A. B.

< >