Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

MARTELAAR

betekenis & definitie

(Gr.: martus, getuige) in christelijke zin is hij, die ter wille van Christus een gewelddadige dood of een dodelijke kwelling ondergaat. De bedoeling van de vervolger speelt hierbij een belangrijke rol, doch een naar voren geschoven schijnmotief of listige juridische formuleringen, waarmede soms de haat jegens Christus en Christendom wordt verbloemd, kunnen geen afbreuk doen aan de echtheid van het martelaarschap.

Bij geestelijk volwassenen is bovendien vereist, dat zij geheel vrijwillig en daarom zonder verzet lijden en dood aanvaarden in grote gelijkvormigheid aan het vrijwillige kruislijden van Christus, met Wie zij in uiterste liefdesgemeenschap verbonden zijn (Jo. 15 : 13). Deze in bloed bezegelde liefdesgemeenschap met Christus heeft de belofte des heils (Matth. 10 : 39; Luc. 9 : 24; Jo. 12 : 25) en wordt daarom in haar heilzame gevolgen als „doopsel des bloeds” op één lijn gesteld met liet doopsel des waters, dat zij in nog sterker mate dan het doopsel van begeerte in verlangen omvat.Als rijkste verwerkelijking van gelijkvormigheid aan Christus overtreft zij in vruchtbaarheid zelfs de waterdoop. Ook onmondige kinderen, die op hun kinderlijke wijze deze genadevolle gelijkvormigheid met Christus deelachtig worden, verwerven daarmede het heil, hetgeen door de Kerk in haar cultus jegens de onnozele kinderen steeds tot uitdrukking is gebracht.

Het martelaarschap is een wonderwerk des Geestes in de martelaren, vrucht van de kracht waarmede Hij profeten en apostelen sterkte tot getuigen in een vijandige wereld (Matth. 10 : 17 vv.; Luc. 21 : 12 vv.) en waarmede Hij ook alle Christenen vormt tot publieke getuigen der waarheid (zie Vormsel en Getuige) . De martelaar is daarom de getuige bij uitstek, wiens daadwerkelijke gemeenschap met Christus’ dood aan het geloofsgetuigenis de onontbeerlijke glans der liefde toevoegt (1 Kor. 13). Zo werd het woord „getuige” reeds spoedig identiek met „bloedgetuige” of martelaar. Normaal de hoogste uitbloei van het sacrament des vormsels, komt naar de overtuiging van Thomas van Aquino het martelaarschap in een niet-gevormde Christen niet tot stand zonder de begeerte naar dit sacrament in te sluiten (S. Th. III, q. 72, art. 6, ad 1). Als werk des Geestes, Die zelf in de martelaren getuigenis aflegt van de waarheid, is het martelaarschap ook een wonder, dat verwondering wekt en dat daarom door de apologetiek kan worden aangewend als teken van de geloofwaardigheid der Kerk.

Nadruk wordt dan gelegd op het heroïek karakter van deugdbeoefening, dat in het vrijwillige bloedgetuigenis tot uiting komt en dat met het oog op de menselijke zwakheid slechts verklaard kan worden wanneer bijzondere goddelijke bijstand wordt aangenomen. Zo werd het bloed der martelaren onder Gods zegen het zaad, waaruit vele nieuwe Christenen geboren zijn.

j. c. G.

< >