kloosternaam van Juan de Yepes (1542-1591), zeer belangrijk Spaans mysticus van arme adellijke afkomst, trad in 1563 in bij de Carmelieten. In deze orde was langzaamaan veel van de oorspronkelijke regel verzacht zodat Johannes er over dacht Kartuizer te worden.
Een ontmoeting met de H. Teresa van Avila, die met de hervorming van de vrouwelijke tak van de Carmel begonnen was, wist hem voor een hervorming van de Carmel te winnen.
Zijn ijveren voor de hervorming heeft hem veel verdriet, en zelfs strenge gevangenisstraf in het klooster te Toledo bezorgd. Men vond hem te gevaarlijk en wilde hem verwijderen.
Johannes vroeg zelf om weg te mogen gaan „in een stad waar men hem niet kende en onder een overste, die hem niet genegen was”. Dit gebeurde en na een kortstondig verblijf te Ubeda stierf hij aldaar.Zijn werken (Bestijging van de Berg Carmel, Donkere Nacht, Geestelijk Lied, Levende Liefdevlam), grotendeels de neerslag van zijn conferenties voor de Carmelietessen van de H. Teresa en voortgekomen uit zijn eigen, mystieke ervaringen, zijn sterk beïnvloed door Pseudo-Dionysius. Hij had een grote kennis van de theologie en door zijn voorzichtige formuleringen en wijze raadgevingen zijn zijn werken nu nog van uitstekende waarde, niet in het minst, omdat hij een vocabulaire heeft gevormd voor het moeilijke terrein van de mystieke theologie.
Zalig verklaard in 1675, gecanoniseerd in 1726, werd hij in 1926 tot kerkleraar uitgeroepen.
J. v. D.