I. 1100-1135, zoon van Willem I de Veroveraar.
II. 1154-1189, kleinzoon van (1), uit het huis Plantagenet, erfde 1151 van zijn moeder Normandië, van zijn vader Anjou, Touraine en Maine, en werd door zijn huwelijk met Eleonora van Aquitanië (1152) meester van Zuidwest-Frankrijk, moest wegens de vermoording van Thomas Becket (1170) kerkelijke boete doen, verkeerde bijna voortdurend in oorlog met Frankrijk, begon 1171 de verovering van Ierland. III. 1216-1272, uit het huis Plantagenet, zoon van Jan I zonder Land, bekrachtigde de Magna Charta, kwam ten gevolge van hoge belastingen in strijd met de adel en de burgerij, die hem, onder de leiding van Simon van Montfort, 1264 bij Lewes versloegen en gevangennamen en te Londen een Parlement bijeenriepen, waar ook de afgevaardigden der steden verschenen (Lager Huis). IV. 1399-1413, de eerste uit het huis Lancaster, kleinzoon van Edward III. dwong Richard II tot troonsafstand, bedwong opstanden in Engeland en Schotland.
V. 1413-1422, uit het huis Lancaster, zoon van (IV), overwon 1415 de Fransen bij Azincourt, werd bij het Verdrag van Troyes 1420 tot regent van Frankrijk benoemd.
VI. 1422-1461, uit het huis Lancaster, zoon van (V). Onder hem eindigde 1453 de Honderdjarige Oorlog met verlies van alle Franse bezittingen behalve Calais, en begon 1455 de Strijd der Twee Rozen om de koningskroon. Hendrik werd 1461 door Edward IV van de troon gestoten en in de Tower te Londen 1471 vermoord. VII. 1485-1509, de eerste uit het huis Tudor, ontnam Richard III de kroon door zijn overwinning bij Bosworth, verenigde als zoon der erfgename van Lancaster en als schoonzoon van Edward IV van York, de aanspraken van beide huizen, brak de macht van de baronnen en het Parlement en voerde het absolutisme door. VIII. 1509-1547, versloeg 1513 de Fransen bij Guinegate en hield de zijde van Karel V tegen Frans I van Frankrijk, bestreed Luther in een Verdediging der Zeven Sakramenten, waardoor hij van paus Clemens VII de titel Defensor fidei [Lat. Verdediger des geloofs] verkreeg. Toen echter zijn kanselier Wolsey, op zijn aandringen, de paus vroeg hem van Catharina van Aragon te scheiden om de hofdame Anna Boleyn te kunnen huwen, verzette Clemens VII er zich tegen. Hierop liet Hendrik zich op raad van Cromwell 1533 door het Parlement tot Opperhoofd der Anglikaanse Kerk benoemen, zond al wie de supremaatseed weigerde naar het schavot (o. a.
John Fisher en Thomas Morus) en onteigende de kloostergoederen; zijn raadgever hierbij was Cranmer. Hij was zesmaal gehuwd; zijn vier laatste vrouwen waren Joanna Seymour, Anna van Kleef, Catharina Howard, Catharina Parr. Hendrik was schoon, schrander, wel onderwezen, minnaar van kunsten en wetenschappen en dapper, maar tevens ontuchtig en wreed.
Gepubliceerd op 30-06-2020
Hendrik van Engeland
betekenis & definitie