Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Hendrik van Duitsland

betekenis & definitie

('hendrik)

I. de Vogelaar, koning 919-936, uit het Saksisch Huis (→ Karolingers), ontnam de Denen Sleeswijk, versloeg 933 de Hongaren bij Riade, voegde Lotharingen bij Duitsland en verenigde de Duitse stammen tot één staat.

II. de Heilige, keizer 1002-1024 achterkleinzoon van Hendrik I, streed in het binnenland tegen de wereldlijke vorsten, in het buitenland tegen de Polen, tegen de Italiaanse koning Harduïnus van Ivrea, die hij 1014 versloeg, en ondernam een veldtocht ter verovering van Zuid-Italië; moest graaf Boudewijn IV van Vlaanderen met Rijks-Vlaanderen belenen; feest : 15 juli. III. keizer 1039-1056, zoon van Koenraad II, maakte Polen, Bohemen en Hongarije leenplichtig, stelde 1046 door de synode te Sutri een einde aan het schisma op de pauselijke stoel, waartoe hij vier Duitse pausen verhief, beleende de Noormannen met Apulië. IV. keizer 1056-1106, zoon van (III), verwekte door zijn absolutisme een oproer der Saksen, begon 1073 de Investituurstrijd. Hij deed Gregorius VII door een synode te Worms 1076 afzetten, werd door deze in de ban gedaan en vervallen verklaard, 1077 ten gevolge van zijn boete te Canossa van de ban ontheven, te Forchheim echter door de rijksvorsten afgezet en door een tegenkeizer, Rudolf van Zwaben, vervangen. Toen Gregorius deze erkende en tegen Hendrik de ban herhaalde, deed hij 1080 op een synode te Brixen Gregorius vervallen verklaren, stelde 1080 Clemens III als tegenpaus aan en liet zich door hem te Rome tot keizer kronen. In 1086 verleende hij aan hertog Vratislaw II van Bohemen de koningskroon. Zijn zoon Hendrik stelde zich 1105 aan het hoofd der kerkelijke partij en dwong zijn vader tot troonsafstand; deze ✝ kort daarop te Luik.

V. keizer 1106-1125, zoon van (IV), eiste 1111 van de paus, de investituur met ring en staf, maar zag er van af, na herhaalde exkommunikatie, bij het Konkordaat van Worms 1122, ✝ te Utrecht.

VI. keizer 1190-1197, Hohenstaufer, huwde 1186 met Constantia, dochter van Rogier I, koning van Napels en Sicilië, veroverde 1194 dit rijk, ✝ 1197 te Messina, terwijl hij grootse plannen maakte voor een kruistocht naar Palestina. VII. keizer 1308-1313, ° omstr. 1270, sinds 1288 graaf van Luxemburg huwde Margareta van Brabant, gaf 1309 een vrijbrief aan de Zwitserse Woudkantons Uri, Schwyz en Unterwalden (legende van Willem Tell), grondvestte de grootheid van zijn geslacht door het huwelijk van zijn zoon met de erfgename van Bohemen, werd 1312 te Rome tot keizer gekroond, ✝ plotseling bij Siëna.

< >