Aanbidden is vereren, soms absoluut verheerlijken.
Aanbidden betekent diep respect tonen en ergens serieus voor gaan. In tegenstelling tot bidden, wat communicatief is en een verzoek in de hoop op verhoring inhoudt, is aanbidden een meer passieve, eerbiedige handeling. Voorbeelden hiervan zijn het aanbidden van de pasgeboren Jezus, de Maagd Maria, of de reizende zon. Dit kan ook quasi-religieus gebeuren bij dictators zoals Mussolini, Hitler, Stalin, en Kim. In een seculiere context kan het betekenen dat men een popster adoreert of een voetbalclub zoals Feyenoord of Ajax.
Aanbidding omvat vaak symbolische gebaren van onderworpenheid waarbij de aanbidder zich kortstondig kleiner maakt. Dit kan door respectvol de hoed af te nemen, te buigen, te knielen, of zelfs door een prosternatie waarbij voeten, knieën, handen, buik en voorhoofd de grond aanraken. Ook het kussen van een standbeeld kan een vorm van aanbidding zijn.
Naast respectvolle aanbidding bestaat er ook begeesterde aanbidding. Dit uit zich in een enthousiasme waarbij men kortstondig groter wil lijken. Voorbeelden zijn fier de groet uitbrengen (zoals bij ‘Heil Hitler’), hysterisch huilen bij de kist van een geliefde dictator, reikhalzend de pausmobiel aanraken, of smachtend de Beatles begroeten. Ook de wave door een voetbalstadion heeft iets van een geestdriftige aanbidding.
Aanbidding heeft zowel godsdienstige als seculiere betekenissen. Het drukt respect uit naar de aanbedene en geeft signalen af naar andere aanbidders, waarmee een gemeenschap wordt gevormd. Een onderschat aspect is dat degenen die niet geloven in de aanbidding vaak gedwongen worden mee te doen met het ritueel om uitsluiting te voorkomen.