Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

SOMMELSDYK (Plaats)

betekenis & definitie

eene Heerlijkheid en Dorp, welke beider dit bijzonders hebben, dat zij, hoewel gelegen op het grondgebied van Holland, nogthans aan de Oppermagt der Staaten van Zeeland onderhoorig zijn. Sommelsdijk, naamelijk, legt op het Eiland Over-Flakké, tusschen het Zeeuwsche Eiland Duiveland en het Distrikt van Holland, bij den naam van Land van Voorn en Putten bekend. Met de landerijen, niet onmiddelijk binnen de Heerlijkheid beslooten, maar op eenigen afstand van daar gelegen, wordt de uitgebreidheid van Sommelsdijk begroot op eenendertighonderd Gemeten en honderdnegen negen Roeden.

Met zommigen den oorsprong der benaaminge te zoeken, in de uitdrukking der aloude Landzaaten Somtijds dijk en somtijds geen, te kennen geevende, dat de landstreek des Zomers een dijk, maar niet des Winters was, dunkt ons te beuzelagtig, om ’et eenige agt op te geeven. Sommelsdijk, toen men nog aan geene bedijking dagt, was reeds bekend in den Jaare 1417. Nogthans schijnt men, niet lang daar naa, met het bedijken eenen aanvang gemaakt te hebben.Volgens schikking en overeenkomst met de Staaten van Holland, wordt het hooge regtsgebied, over Sommelsdijk, geoeffend door Baljuw en ‘s Graavenmannen van Zeeland Beooster Schelde, te ‘s Graavenstein binnen Zierikzee. Diensvolgens staan de In- en Opgezeetenen der Heerlijkheid onder de Regten en Keuren van Zeeland; met uitzondering, nogthans, van de zulke, welke de Ambagtsheer geregtigd is te maaken en te stellen. Want de Voorregten van den Ambagtsheer, welke, zedert een zeer langen tijd, geweest is een Heer uit het Geslagt VAN AERSEN, zijn zeer uitgebreid. Aan hem behoort, onder andere, het regt van Tienden, Vogelerijen, Visscherijen, Veeren, Excijnzen, Giften van Kerken en meer andere. Buiten zijne toestemming mag niemand, binnen de Heerlijkheid, jaagen of Patrijzen vangen. Alle vaste goederen, ’t zij dezelve in ’t openbaar of uit de hand, binnen de Heerlijkheid, verkogt worden, kan hij naasten. Voorts staat aan hem de aanstelling van Amptenaaren en mindere Bedienden.

De Regeering bestaat uit Baljuw en zeven Schepenen, die over burgerlijke zaaken te regt zitten. Een Dijkgraaf en vijf Gezworenen voeren het bewind over de Polderzaaken. Hoewel deeze twee Kollegien, in de gemelde opzigten, van elkander onderscheiden zijn, maaken ze, in eene andere hoedanigheid, slegts één Kollegie uit, dat van de Magistraat genoemd, het bewind voerende over zaaken, de burgerlijke zamenleeving en de Ingezeetenen in ’t algemeen betreffende, als mede over de Kerk en het Kerkbestuur.

Wat het Dorp Sommelsdijk op zich zelf aangaat, in veelerhande opzigten heeft dit het voortkoomen van eene bloeiende en welvaarende opene Stad; als zijnde voorzien van eene goede Haven, en wordende doorsneeden van verscheiden breede en luchtige Straaten, van weerkanten met Huizen bebouwd, die, door hunne zindelijkheid en netheid, de onbekrompenheid der bewooneren aankondigen. De meeste Neeringen van bloeiende en welvaarende Steden worden hier geoeffend. Marktschepen vaaren ’er, van tijd tot tijd, af en aan, op en van verscheiden Plaatzen van Holland, Zeeland en Braband.

Het getal der Ingezeetenen, een goed aantal van welke zich met den Landbouw en den aankleeve van dien geneert, wordt op ongeveer dertienhonderd, dat der Huizen op ongeveer tweehonderdzeventig begroot. Onder deeze munte uit de Hervormde Kerk, staande midden in het Dorp, aan het einde van de Voorstraat. Het is een Kruisgebouw, gestigt aan het einde der Vijftiende Eeuwe. De toren stondt, weleer, op het Kruis der Kerke. Deezen, nevens het Dak der Kerke, zijnde afgebrand, bouwde men den tegenwoordigen Toren, aan den Westelijken Gevel. Van binnen is de Kerk merkelijk versierd door een fraaien Predikstoel, zindelijke Gestoelten, fraai beschilderde Glazen, keurlijke Wapens van de Geslagten der Heeren en Vrouwen VAN SOMMELSDYK, die hier hunne begraafplaats hebben. Vooral pronkt het Koor met eene heerlijke Praaltombe, welke, buiten de Kerk, door middel van een Portaal, haaren ingang heeft. Men ziet op de Tombe twee Beelden van wit Marmer, in eene knielende houding. Zij verbeelden den Heer FRANÇOIS VAN AERSEN VAN SOMMELSDYK en zijne Gemaalin Vrouwe PETRONELLA VAN BORRE. Volgens een Opschrift, hadt de gemelde Heer bekleed drie Gezantschappen in Frankrijk, vijf in Engeland, één aan het Gemeenebest van Venetie, om nu niet te spreeken van andere hooge waardigheden, hier vermeld, en was op den zesëntwintigsten December des Jaars 1641 overleeden. Het Kerkhof, met schoone Ypenboomen beplant, en rondom binnen eene wijde Graft beslooten, maakt eene aanzienlijke vertooning.

Voormaals hadt men te Sommelsdijk eene vrij aanzienlijke Vergadering van Doopsgezinden; welke, egter, tot op eenige weinige leden is gedund. De Leeraar heeft zijne wooning in het nabuurig Dorp Middelharnis. Het Raadshuis, ’t welk met een klein Torentje pronkt, is voorzien van de noodige Vertrekken, voor de onderscheidene Vergaderingen, die aldaar gehouden worden. Voorts heeft men ’er eene Waag en Gasthuis, en, tot het waarneemen van Togten en Wagten, even als in de Steden, twee Kompagniën, ieder van welke wederom in acht Rotten verdeeld is.

< >