bekleedde den aanzienlijken post van Thesaurier Generaal, of Algemeenen Schatbewaarder van de Veréénigde Nederlanden. Hij was gebooren in of omtrent het Jaar 1663.
Den ouderdom van vierënzestig jaaren hadt hij reeds bereikt, wanneer het Raadpensionarisampt van Holland, opengevallen door het overlijden van den Heere ISAAK VAN HOORNBEEK, aan hem wierdt opgedraagen. Als eene bijzonderheid vindt men, wegens den Heer VAN SLINGELAND, aangetekend, dat de dag zijner beëediginge de eerste maal was, dat hij in de Vergadering van Holland verscheen, welke hij voorheen nimmer hadt bijgewoond. Niet langer dan negen jaaren bekleedde de Heer VAN SLINGELAND dit gewigtig Ampt. Een onverwagte dood rukte hem uit dit leeven, op den eersten December des Jaars 1736, in den goeden ouderdom van bijkans drieënzeventig jaaren. Hij was een man van uitsteekende bekwaamheid tot de onderscheidene verrigtingen zijner bedieninge, vooral tot de onderhandelingen met uitheemsche Staatsdienaaren. Daarenboven muntte hij uit in de kennis van de belangen en bedoelingen der vreemde Mogendheden. De Heer Raadpensionaris liet eenen Zoon naa, GQVERD VAN SLINCELAND, die het ampt van Algemeenen Ontvanger over de Provincie van Holland bekleedde.