RYNSBURG, voormaals Rijnsburgambagt genaamd, in Zeeland, op het Eiland Walcheren, onder de Heerlijkheid van Oostkapelle, is een deftig Huis, met onderhoorige Landerijen, weleer de eigendom der bij ouds vermaarde Abtdije van Rhijnsburg, in Holland, in de nabuurschap van Leiden, en, door Graaf DIRK DEN VI, daar aan ten geschenke gegeeven, ter groote van tweehonderdvijftig Gemeten Lands. Meer dan één, zo Hollandsche en Zeeuwsche, als Vlaamsche Graaven, vergunden, in den aanvang der Dertiende Eeuwe, aan de Landerijen, onder Rijnsburg behoorende, vrijheid van alle Lasten en Beden, voor zo veel hunne bijzondere regten aanging.
Sedert de verandering van Regeeringe, verkogten de Staaten van Holland, in den Jaare 1579, het Huis en de Landen van Rijnsburg, als een vrij Allodiaal goed, aan Jonkheere ALEXANDER VAN HAULTAIN, voor achtduizend zeshonderd zesentachtig Guldens. Naderhand is ’er eigenaar van geworden de Heer Mr. WILHEM VAN CITTERS, Oud Burgemeester van Middelburg, die, zo aan het Huis als aan de plantaadjen, zeer groote sommen besteed, en aan ’t een en ander een luister en sieraad heeft gegeeven, waarom ze onder de aanzienlijke Lusthuizen van het Gewest eene voornaame plaats verdienen.