naar de Ridderlijke waardigheid, die hij bekleedde, Jonker ENGEL gebijnaamd, was de Zoon van den grooten Admiraal, van welken wij elders zullen spreeken; verwekt, in deszelfs tweeden echt, met KORNELIA ENGELSDOGTER, van Vlissingen, en gebooren op den tweeden Maij des jaars 1649. Zo ras hij eenige gronden eener beschaafde Opvoedinge geleid hadt, en eenigzins in staat was, om op zich zelven te kunnen agt geeven, koos hij den Zeedienst.
Zijnen eersten togt deedt hij, onder zijns Vaders oog en op deszelfs schip, na de Middellandsche Zee. Den ouderdom van vijftien jaaren hadt hij toen nog niet bereikt. In ’t daar aan volgende jaar, zich bevindende aan de kust van Guinée, verkreeg hij een Vaandel, onder de Zee-Soldaaten. Zijn Vader, in den jaare 1666, eenige persoonen benoemd hebbende, om den Hertog D’AUMONT, te Boulogne, te gaan begroeten, stelde onder dit getal zijnen Zoon ENGEL. Uit agtinge voor den Admiraal, wierdt hij met groote minnelijkheid ontvangen, en, overdeftig onthaald. In zijn achttiende jaar klom hij op tot den rang van Kapitein Lieutenant, op het Schip van VAN DER ZAAN, en wierdt ’s jaars daar aan met een Schip begiftigd.
In de hoedanigheid van Kapitein deedt hij, daar mede, eenen togt na Engeland, om den Heer MEERMAN, Gezant van H. H. Mogenden, af te haalen. Hier ontmoette hij, ten Hove, eene zeer heusche bejegening, en wierdt ’er, daarenboven, tot Ridder geslagen. In den jaare 1672 voerde Jonkheer ENGEL het bevel over een Schip, onder zijns Vaders smaldeel, in den befaamden Zeeslag, voor Soulsbaai, tegen de vereenigde Fransche en Engelsche Vloot. Uitsteekende proeven van dapperheid vertoonde hij hier, in zijn gevegt tegen een zwaar Engelsch Oorlogschip. Behalven eenige grondschooten, en merkelijke schade aan zijn Geschut, mitsgaders Masten en Touwwerk, ontving hij, in zijn eigen lichaam, eene zwaare kwetzuure, door eenen Splinter, welke hem tegen den borst vloog, en verscheiden dagen het adem haalen merkelijk belemmerde. Sedert zijnde opgeklommen tot den rang van Schout bij nacht, liep hij met negen Schepen in Zee, om in het Kanaal te kruizen. Merkelijke onrust en bekommering verwekte hij hier mede op de Fransche Kust.
Ten tijde als Jonkheer ENGEL DE RUITER, in den Jaare 1668, in Engeland, tot Ridder was geslagen, hadt hij deswegen geen schriftelijk betoog ontvangen. Dit bekwam hij, naa het sluiten van den Vrede, in eenen open brief, staatelijk bezegeld, waar in, tevens, aan de verdiensten van zijnen Vader een treffelijk getuigenis wierdt gegeeven. ’t Is bekend, hoe de Koning van Spanje, ten tijde als de Heer MICHIEL DE RUITER zijnen laatsten en voor hem doodelijken Zeeslag hieldt, denzelven tot Hertog hadt verkooren, met een jaarlijksch inkoomen van tweeduizend Dukaaten. De tijding van het sneuvelen des Helds bekoomen hebbende, wilde zijne Majesteit dat de titel, nevens de wedde, zoude overgaan op den Zoon en deszelfs naageslagt, zo wel in de Vrouwelijke als Manlijke Linie.
Jonkheer ENGEL aanvaardde de gunst, begeerende alleenlijk, uit zedigheid, dat de titel van Hertog in dien van Baron mogt veranderd worden. Bij deezen eeretitel, kwam, naa weinige jaaren, de opdragt van eenen hooger Zeerang in zijn Vaderland. Zo wel uit aanmerking van ’s Mans eigen verdiensten, als om in hem de gedagtenis van zijnen Vader te vereeren, beslooten ’s Lands Staaten hem te bevorderen tot den rang van Vice-Admiraal van Holland en Westfriesland. Hij ontving daar van de aanstelling op den negentienden Oktober des Jaars 1678, onder het Edel Mogende Kollegie ter Admiraliteit te Amsterdam. Jonkheer ENGEL overleedt, weinige jaaren daar naa, ongehuwd. Thans behaagde het den Koning van Spanje, uit zonderlinge gunst, den titel van Baron, nevens de jaarlijksche inkomst van de boven genoemde somme, te schenken aan eenen Zoone van den Heere JOHAN DE WITTE, Kapitein van eene Kompagnie Zee-Soldaaten, gehuwd aan eene Zuster van jonkheere ENGEL; welke Neef den naam van MICHIEL DE WITTE DE RUITER hadt aangenomen. Niet lang, nogthans, hadt deeze het genot der Koninklijke goedgunstigheid, alzo hij, in den Jaare 1683, in eene schipbreuk van een van ’s Lands Schepen, verongelukte.