Tot een besluit van dit Artikel, zullen wij ’er nu nog ’t een en ander wegens Frieslands Koophandel bijvoegen. Dezelve heeft hoofdzaaklijk zijne betrekking op de nodige waren, die in deeze Provintie gebruikt en verteerd, en meest uitHolland, Breemen, Hamburg, Noorweegen, de Oostzee, Frankrijk en Engeland gehaald worden, als: Graanen; veelerlei Wollen , Linnen, Catoenen en Zijden Stoffen; Vlas en Hennip, voorts Hout, Steen en Ijzer, Koper, Tin, Loot, Goud en Zilver.
Ten dien einde vind men in dit Gewest een groot aantal van Schippers en Schepen. Dan de groote Koophandel en Zeevaart, naar verre Gewesten, als Portugal, Spanje, Africa, America, Smirna, Turkije, Arabie, Egijpten, enz. word 'er niet gedreeven; ten deele, om dat sommige van die vaarten in Holland geoctroieerd zijn, en ook om dat deeze Provintia daar toe min geschikt is. Doch de Friesche Schippers vaaren daarom niet minder dan anderen voor rekening van Hollandsche Kooplieden; waar van het zo groot getal van Friesche Smakken, en vooral van Koffen, ten voldoenden bewijze dient.
Ook ontbreekt het in deeze Provintie niet aan Fabrieken van zijden en wollen Stoffen. Zeer vermaard, hoe wel thans merkelijk vervallen, plagten voormaals de Harlinger Bontreederijen te zijn» Dit heeft ook plaats omtrent de Kalkbranderijen, door welke het welvaarend Vlek Makkum eertijds zeer vermaard was. Ook worden, in andere Steden, deeze en geene wollen Stoffen gemaakt. Een groot aantal Wolkammers vind men ’er, die de Wol kammen en bereiden, vervolgens doen spinnen, en het fajet aan arme menschen geeven, om ‘er koussen, standschoenen en mutzen van te breiden, of buiten da Provintie verzenden.
De Producten, die van daar buitenlands gezonden worden, bestaan meest in eigen voortbrengzels, als: Tarwe, Rogge, Garst, Haver, Vedboonen, enz. voorts Ossen, Koeijen, Kalven, Schaapen , Varkers, Paarden, Hoenders, Duiven, Wilde Eeden, Booter, Kaas, Honing, Was, Hooi, Turf en klein Brandhout. Doch de uitvoer van Hooi is, zeden eenigen tijd, door 's Lands Staaten verbooden.