Voor het wasschen van een middelmatig groot gobelin neemt men een halven liter ossengal en een half pond goede huishoudzeep, opgelost in ruim een halven emmer water. Als dit koud is geworden, voegt men er een halve flesch gewonen spiritus bij en klutst alles door elkaar, totdat het flink schuimt.
Het gobelin wordt geklopt en geschuierd tot alle stof verwijderd is en dan op een wit houten tafel of op een schoonen vloer gespannen. Van de vloeistof neemt men telkens een beetje in een kom of bakje (zoo dat niet met onzindelijk water wordt gewerkt), doopt daarin een harden bostel en schuiert het gobelin bij kleine stukjes schoon. Ais men deze bewerking twee of driemaal heeft herhaald, hangt men het doek, dat niet mag worden drooggewreven of nagespoeld, in de buitenlucht te drogen. Het mag in geen geval aan de inwerking der zonnestralen worden blootgesteld.De vloeren en de bedekking ervan kunnen een belangrijke rol spelen in de meerdere of mindere gezelligheid, die wij om ons heen hebben, zoo goed als ze het hunne bijdragen tot het al of niet voldoen aan onze hygiënische eischen.
In de eerste plaats moeten zij zoo zijn ingericht, dat ze zoo weinig mogelijk stof opnemen. Want onze laarzen brengen van de straat een dosis ongerechtigheden mee, die ten deele belanden op den vloer van gangen en kamers. Een allereerste vereischte is dus, dat de vloeren gemakkelijk van vuil te reinigen zijn, opdat niet alleen stof, maar ook ziektekiemen, die wij misschien mee naar binnen hebben gehaald, weer worden verwijderd. Zoo zal een houten vloer met zijn vele naden en spleten, die moeilijk schoon te houden zijn, een geregelde bewerking met heet zeepsop, af en toe een behandeling met desinfecteerende middelen noodig maken, wil hij niet een haard van bacteriën worden op den duur.
Een vloer, waarop men onder het werk langeren tijd moet staan, levert bijna zonder uitzondering koude voeten. Het is daarom ten sterkste aan te raden, steenen of marmeren vloeren in vertrekken, waar gewoond of gewerkt moet worden, te bedekken met een houten „bodem” of met gemakkelijk schoon te houden matten.
Wie weleens het groote voorrecht heeft gehad, in schoonmaak- of verhuistijd op kale houten vloeren te wonen, de huisgenooten langs onbedekte trappen te hooren gaan, weet wat het zeggen wil, als het geluid der voetstappen niet gedempt wordt in huis. Wat was het een vreugde, als de kleeden waren gelegd, als de trappen van loopers waren voorzien! Het is echter een dringende eisch, dat de vloer- en trapbekleedingen, die zoo weldadig-geluiddempend zijn, zóó worden aangebracht, dat ze zonder groote moeite kunnen worden opgenomen om buiten, in de frissche lucht, een extra-beurt te krijgen. Want waar niet met een stofzuiger gewerkt wordt, waar veger en stoffer worden gehanteerd om schoonmaalf te houden, is het een dringende eisch om kleeden en loopers zooveel mogelijk buitenshuis te reinigen. Dus liefst tapijten kiezen, wier afmetingen zóó zijn, dat ze niet komen te liggen onder zware meubelen, welke niet of alleen met extra-groote moeite van hun plaats kunnen.
Het beleggen van houten vloeren met zeil of linoleum heeft het groote hygiënische voordeel, dat deze gladde oppervlakte zonder naden gemakkelijk zindelijk gehouden kan worden. Natuurlijk is linoleum, hoewel duurder dan zij toch te prefereeren, omdat het sterker is en, mits in goede kwaliteit genomen en goed onderhouden, bijna onverslijtbaar. Bij het leggen van de vloerbedekking moet men er zich eerst van overtuigen, dat spijkers of ruwe, hobbelige plekjes, die in het hout mochten zijn, verwijderd worden. Gebeurt dit niet, dan loopt men groote kans, dat het zeil of linoleum heel gauw beschadigt. Daarom verdient het aanbeveling, den grond eerst te bedekken met viltpapier, opdat de onderlaag glad en effen is, opdat bovendien de vloer warmer zal zijn voor de voeten. Verder moet de vloer, voordat hij belegd wordt, volkomen droog zijn. Linoleum, dat op een vochtigen vloer wordt gelegd, gaat namelijk uitzetten, waarvan barsten een gevolg is. Het er onder liggende, vochtige hout zal gaan rotten.