Zou er wel één stof in den handel zijn, die in den loop der jaren meer populair is geworden dan het flatteuse fluweel? Werd vroeger een fluweelen japon of mantel als weelde, bijna zouden wij zeggen: als rijkelui’s dracht, beschouwd, tegenwoordig telt de kleerkast van bijna iedere vrouw ten minste één toiletje, mantel, casaque of rok, van deze zoozeer gewilde stof. Fluweel wordt gebruikt voor hoeden en tasschen, voor schoentjes en kussens, ja, waar niet voor?
Over het behandelen van fluweel raken wij niet gauw uitgepraat. Uitgeslagen en gevlekt fluweel, verschoten en geplet, nat fluweel en fluweel, dat vaal is geworden, alles komt voor in de praktijk van het leven en telkens weer zit men met de handen in het haar.
Een bad
Men kan fluweel van donkere kleur gerust een „bad” geven, mits de stof van goede qualiteit en kleurecht is. Heeft men dus vuil of gevlekt fluweel, van welks soliditeit men in alle opzichten overtuigd is, dan laat men een pan vol kokend water en een ons houtzeep een paar uur trekken. Vervolgens verwijdert men de zeep, giet het water in een emmer en vult dien bij met schoon koud water. In dit sopje laat men het fluweelen kleedingstuk een nacht staan. Dan neemt men het uit het sop (vooral niet wasschen of wringen!), spoelt herhaaldelijk na in schoon koud water, totdat geen zeepdeelen maar achter zijn gebleven en hangt het (ook weer zonder wringen of drukken) te drogen. Opstrijken aan den achterkant, terwijl het fluweel strak gespannen wordt gehouden. Vooral niet op de strijkplank!
Fluweel in lichte kleuren wascht men op dezelfde manier, maar men gebruikt dan goede, zachte huishoudzeep inplaats van houtzeep.
Gordijnen. Fluweelen overgordijnen, die een vettige streep hebben gekregen door de voortdurende aanraking van een hand. ... Wat nu? Schoonwrijven met benzine (voorzichtig!) of tetra. Mocht er een pletvlek komen, dan het fluweel met den achterkant boven den wasem houden, voorzichtig tegen den draad opborstelen en het daarna nog eens met de hand glad wrijven.
Halskragen. Fluweelen halskragen kan men vetvrij maken door ze af te wrijven met een lapje van dezelfde stof, gedrenkt in sterk verdunde ammonia. Men doet het beste, op 10 deelen lauw water, 1 deel ammonia te nemen.
Fluweelen kragen van winterjassen reinigt men ook op de volgende wijze: Schoon zand wordt verhit, in een fijn linnen zakje gedaan en daarmede de vetvlekken wrijven, zoolang tot zij verdwenen zijn.
Hoeden. Fluweelen hoeden en mutsen, die nat zijn geregend, mogen volstrekt niet worden afgeveegd. Men schudt er de druppels flink af en laat den hoed rustig drogen.
Om fluweelen hoeden schoon te maken, kan met succes een klein, gebogen schuiertje worden gebruikt, dat omwoeld is met gaas en waarmee zonder eenige moeite ook stof uit de plooien kan worden weggenomen.
Nat geworden fluweel. Al wat fluweel is, moet men na een regenbui uitschudden en dan, zonder er verder iets aan te doen, rustigjes laten drogen. Eerst als het volkomen droog is, kan men het met een zachten borstel opschuieren.
Opfrisschen. Een uitstekend middel om smoezelig geworden fluweel weer schoon te krijgen, is het volgende: Men neemt drie geschilde, goed schoon gewasschen aardappelen en snijdt ze in dunne schijven. Hierop giet men kokend water. Als dit koud is, zeeft men het en vermengt het met eenzelfde hoeveelheid spiritus. Dit mengseltje is een prachtmiddel om al wat men aan fluweel rijk is, als nieuw te maken. Men wrijft den bovenkant van het fluweel schoon en strijkt den achterkant met een warmen bout. Nogmaals wijzen wij erop, dat men fluweel vooral niet op de gewone manier, dus op strijkplank of tafel, mag strijken! Het zou er totaal door bederven! Laat een der huisgenooten het met beide handen strak gespannen houden, zoodat de heete bout over den achterkant van het fluweel kan glijden, zonder dat dit gedrukt wordt.
Nu een eenvoudig trucje om — als vlekken en kreukels en geplette plaatsen zijn weggetooverd — zwart fluweel weer den gloed der nieuwheid te geven. Daartoe is noodig een lapje spekzwoerd of een likje boter. Met den vetten kant van het spekzwoerd of met een beboterd lapje strijkt men het fluweel, met de vleug mee, precies alsof men het borstelt. Men houdt dit vol, totdat alle leelijke plekjes verdwenen zijn. Ook vlekken, achtergebleven na het aftornen van knoopen of drukkertjes, verwijdert men op deze manier.
Ook petroleum is een goed reinigingsmiddel voor fluweel. Men bevochtigt er een zacht lapje mee en wrijft daarmee de stof af, tegen den draad, maar niet te stevig. Tenslotte wordt het fluweel glad geborsteld.
Zwart fluweel bijvoorbeeld, dat leelijk is geworden, krijgt men als nieuw, door het af te wrijven met een in petroleum gedrenkte wollen of flanellen lap; daarna borstelen en luchten.
Pletten. Een „ondeugd” van het fluweel, waarmee wij voortdurend te kampen hebben, is zijn neiging tot pletten, waaraan natuurlijk het allereerst blootstaan die deelen van japon of mantel, die het meest in de verdrukking komen.
Gelukkig behoeven dergelijke gevallen volstrekt niet altijd tot de wanhopige gerekend te worden. Integendeel: het euvel is meestal vrij eenvoudig te verhelpen. Maar ,,geplet” moet niet verward worden met „gesleten”. Voor dit laatste bestaat geen redding.
Is fluweel niet te erg geplet, dan kan men het kwaad dikwijls nog verhelpen door stoomen of opstrijken. Om het te stoomen, houdt men het fluweel boven heeten waterdamp en borstelt het onderwijl tegen den draad in. Is het droog, dan moet het, met den draad mee, met een zachten borstel weer glad gemaakt worden.
Het opstrijken helpt nog beter. Hiertoe maakt men de stof aan den linkerkant vochtig en trekt haar over een rechtopstaand, heet strijkijzer, zoodat de damp door het fluweel heengaat. Vóórdat het geheel droog is, wordt het tegen den
draad geborsteld en aan den linkerkant zachtjes met den borstel geklopt. Dan trekt men het nogmaals over het ijzer en maakt het ten slotte glad door het men den draad mee te borstelen.
Stoffig fluweel. Fluweelen kleeren, zoowel zwarte als gekleurde, moesten eigenlijk nooit met gewone kleerborstels worden afgeschuierd. De haren van den borstel drukken het stof en de pluisjes in het fluweel en maken, als men te sterk schuiert, het fluweel vaal. Heel gemakkelijk en zonder het weefsel te beschadigen kan men fluweel reinigen als men een stuk van het slappe gaas, dat als voering wordt gebruikt, tot een bal rolt en daarmee, steeds heen en weer strijkend, het fluweel schoon maakt. Stof en pluisjes hechten zich vast aan het poreuse gaas en kunnen daaruit gemakkelijk weer verwijderd worden. Fluweel of pluche, op die manier behandeld, wordt onberispelijk schoon en lijdt minder dan wanneer het geschuierd wordt.
Tafel- of divankleeden. Thans een woordje over het reinigen van velvet tafel- of divankleeden, kussenovertrekken en gordijnen. Gij kunt ze wasschen in een lauw sop van galzeep en een weinig ammonia. In het sop wrijft men met een zachten borstel over de vlekken; als deze verdwenen zijn, naspoelen in lauw water en het kleed of gordijn ophangen om uit te lekken. Vooral niet wringen! Als het bijna droog is, het velvet plat op tafel leggen en nawrijven met schoone doeken. Vóór het gebruik kloppen en borstelen en, zoonoodig, strijken (zie boven).
Vaal worden. Als zwart fluweel op den duur vaalgrijs begint te worden, kan men het zijn mooien zwarten glans teruggeven als men het, tegen de vleug in, bestrijkt met een stuk spekzwoerd. Daarna moet het worden „geborsteld” met een prop gaas. Deze gaasprop mag daarna niet worden gebruikt om ander fluweel stofvrij te maken, omdat het door de eerste bewerking natuurlijk eenigszins vettig is geworden.
Vlekken in fluweel. Etensvlekken. Als een fluweelen japon bij het klaarmaken van gerechten vlekken heeft opgeloopen, wordt het kleedingstuk als volgt behandeld:
Zoo mogelijk nog op denzelfden en hoogstens den volgenden dag, wrijft men de voorbaan (want daar komen altijd de vlekken) stevig af met een spons met lauw zeepsop. Daarna nog eens nawrijven met lauw water zonder zeep en dan de japon op een kleerhanger op een winderige plaats te drogen hangen. Als zij droog is, het fluweel met een stevigen borstel naar boven en naar beneden schuieren. Dan is er geen enkel vlekje meer te bekennen. Bij 't afsponzen de japon plat neerleggen (op tafel of bed) en ervoor zorgen, de vochtige plek niet met de vingers aan te raken...
Dit eenvoudige middel is veel gemakkelijker toe te passen dan zoo’n japon een volledige waschkuur te laten ondergaan. Fluweelen kinderjurken, die vaak aan alle kanten vlekken vertoonen, stopt men echter beter in een bad van goede huishoud- of houtzeep. De jurken worden dan zonder te wrijven of te wringen nagespoeld en kletsmat te drogen gehangen.
Thee
Theevlekken verwijdert men uit fluweel met behulp van spiritus of eau de Cologne. Was er melk in de thee, dan wrijft men nog na met een lapje, gedrenkt in benzine of tetra (het watje eerst uitknijpen). De suiker, die erin aanwezig was, is met behulp van deze vloeistoffen, al weggewreven. Mocht een pletvlek achterblijven, dan deze boven een warm strijkijzer houden en op den goeden kant borstelen en kloppen met een niet te zachten schuier.
Vetvlekken
Boter en jus, mayonnaise, slagroom en blikjes zalm... geen van deze lekkernijen behoort thuis in een fluweelen japon. Maar als het noodlot wil, dat toch een paar leelijke vlekjes in zoo’n toilet zijn terecht gekomen, moet het kwaad zoo gauw en zoo goed mogelijk verholpen worden. Ook hier moeten wij onze toevlucht zoeken tot benzine of tetra. Ook kan verwarmde witte terpentijn gebruikt worden. Als men er maar altijd aan denkt, dat èn benzine èn terpentijn licht brandbaar zijn en dus niet in de buurt van vuur mogen komen. Wie terpentijn wil verwarmen, moet dit daarom bij kleine hoeveelheden tegelijk doen in een bakje met heet water en niet op vuur. Voor eventueel achterblijvende pletvlekken zie boven.
Wagensmeer
Om wagensmeervlekken te verwijderen uit een fluweelen japon, moet men ze behandelen met witte terpentijn. Nog eens waarschuwen wij ervoor om terpentijn niet op het vuur te verwarmen, maar dit bij kleine hoeveelheden tegelijk te doen in een bak met heet water.
Waxine-vlekken.
Men laat de gemorste waxine flink hard worden, en klopt ze daarna met een hard voorwerp fijn, waarna men ze eenvoudig als stof wegborstelt. Soms is een herhaalde bewerking noodig. Het vet, dat dieper in het weefsel zit, kan men door wrijven van het fluweel tusschen de handen fijnmaken en vervolgens door borstelen verwijderen.
Wijnvlekken.
Deze kan men verwijderen met behulp van verdunden alcohol of gewonen brandspiritus. Wie deze laatste vloeistof gebruikt, loopt natuurlijk groote kans, voornamelijk waar het fluweel in lichte kleuren betreft, een blauwachtige vlek over te houden, veroorzaakt door de kleurstof in den spiritus. Door met water na te wasschen kan die blauwe tint echter gemakkelijk worden weggemaakt.
Bij het behandelen van fluweel houde men rekening met de wenken, die wij dienaangaande reeds herhaaldelijk gaven in dit hoofdstuk. Een der voornaamste is, fluweel, dat gestreken moet worden, glad gestrekt te houden en er aan den achterkant met een warm ijzer overheen te gaan. (Nooit neerleggen onder het strijken, daar men het dan totaal bederft).