Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Gepubliceerd op 20-03-2024

Verzorgen

betekenis & definitie

Werkwoord: verzorgen, zorg dragen (aanwenden) voor, zorgen voor, bezorgen, beginnen bij het begin, in iets voorzien, in acht nemen, acht geven (slaan) op, zich iets aantrekken, zich aan iets storen, iets met studie doen, ernst met iets maken, zijn studie van iets maken, goed aanpakken, iets bij het rechte einde aanpakken, hij pakt de zaak in ’t gewricht, iets bij het hecht vatten, iets in de goede bedding leiden, iets naar zijn beste weten doen, oppassen, nagaan, gadeslaan (Zn.), bewaken, betrachten, aannemen, behoeden, behartigen, ter harte nemen, hart voor een zaak hebben, met zijn gehele ziel iets doen, met hart en ziel bij zijn werk zijn, veel zorg aan iets besteden, zich aan iets geven, een zaak omhelzen, zich aan iem. (iets) laten gelegen liggen (zijn), zich iets aangelegen laten zijn, zich aan iem. (iets) gelegen laten (Zn.), iets in ere houden, een heiligedag van iets maken, zich benaarstigen, passen op, de hand aan iets houden, onderhouden, houden, ergens achterheen zitten, iets nauw nemen, over iem. (iets) staan, achter iets lopen, het walletje bij het schuurtje houden, soigneren, conserveren (kon...), entreneren, considereren (kon...), zich bekommeren over, zich bekreunen over, zich bezwaard maken over, tobben over, armoeden over, een zwaar hoofd in iets hebben, met een ziek kind optrekken, de puntjes op de i’s zetten, zich met eer van een taak kwijten.

met zorg bewerken, vlot werken, bijwerken, uitwerken, netjes flikken, iets op de prik doen, retoucheren, perfectioneren (perfekt...), acheveren, klaarspelen, lappen, zijn stuk verstaan, iets als de beste doen, zijn hart zit er in (Zn.), dat heb je hem goed geleverd, dat heb je goed geschoten.

Adjectief: zorgzaam, verzorgd, welverzorgd, hoofdbrekend, onderhoudplichtig, behartigenswaardig, behartenswaardig.

Naamwoord: behendigheid, gauwigheid, handgreep, kunstgreep, kunststuk, kunst, kneep, loopje, truc (truuk), coup de main, toer, een handige (meesterlijke, politieke, rake) zet, tour de bâton, tour de force, houkind, houpaardje, entretenue.

Causatief: bezorgd maken, bekommeren, van zorgen bevrijden, opluchten.

Spreekwoord: doe wel en zie niet om; ieder moet op nummer één passen; men moet ook zorgen voor de dag die men niet beleeft; men moet de prikken levend houden; wie de koe aangaat vat ze bij de horens; dure paarden staan dikwijls stil; acht is meer dan duizend; in alle metserij past op uw lood en rij; die niet kan nagaan en wil snijen, en kan in ’t ambacht nooit gedijen; naardat men de akker bouwt, draagt hij vrucht; men moet zien waar de kraai met de belle vliegt; gauw en goed is de kunst van ’t koken; het vlees aan het spit moet begoten worden; wie zich een goed bed spreidt, slaapt zacht; het schaap van de herder sterft niet; men kan een kind wel te veel wiegen.

< >