Werkwoord: goed spreken, suiker op de tong hebben, vloeiend spreken, naar de letter spreken, de juiste toon aanslaan (treffen), (een taal) als water spreken, vrij uit de borst spreken, beklemtonen, ergens de klemtoon op leggen, betonen, gearticuleerd (geartiku...) spreken, articuleren (artiku...), accentueren (aksentueren), een letter aanblazen, prononceren, moduleren, een tong van lintjes hebben, de woorden vloeien van zijn lippen.
Naamwoord: uitspraak, spreektrant, spraakwending, spraak, zuivere uitspraak, goed Hollands, gouwspraak, pronunciatie, locutie, dictie (diktie), ort(h)ologie, ort(h)oëpie, logopedie, stembuiging, toon, hoofdtoon, klemtoon, intonatie, inflexie, modulatie, accent (aksent).
Gepubliceerd op 20-03-2024
Goed spreken
betekenis & definitie