Timaeus - Τίμαιος, 1) van Locri, pythagoreïsch wijsgeer. Plato genoot eenigen tijd van hem onderwijs en noemde een zijner dialogen naar hem.
Een nog bestaand werkje περί ψυχᾶς κόσμω werd vroeger ten onrechte aan hem toegeschreven.—2) van Tauromenium, geb. 352, werd door Agathocles uit Sicilië verdreven (317), leefde 50 jaar te Athene en kwam toen naar Sicilië terug, waar hij in 256 stierf. Gedurende zijne ballingschap hield hij zich met de studie der geschiedenis bezig en schreef hij o. a. een groot werk over de geschiedenis van Sicilië van de vroegste tijden tot 264.
Dit werk, dat thans nog slechts uit enkele fragmenten bekend is, was met veel zorg naar de beste bronnen bewerkt, maar de overmatig scherpe kritiek, waaraan de schrijver zoowel oudere schrijvers als historische personen onderwerpt, was de oorzaak dat het door de ouden, vooral door Polybius, zeer ongunstig beoordeeld werd, en den schrijver de bijnaam van ἐπιτίμαιος (vitter) werd gegeven.—3) platonisch wijsgeer uit de 3de eeuw na C., schrijver van een woordenboek op de werken van Plato, waarvan een gedeelte bewaard gebleven is.