Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Phaedrus

betekenis & definitie

Phaedrus - Φαῖδρος, 1) leerling van Socrates, bevriend met Hippias en met Plato, die een van zijne werken naar hem noemde.—2) hoofd der epicureïsche school te Athene, leermeester van Cicero, eerst te Rome (90), later te Athene (79/ 78).—3) van Pieria, kwam als slaaf naar Rome, maar werd door Augustus vrijgelaten. Hij schreef eene latijnsche bewerking van de fabels van Aesōpus in iambische verzen. Bovendien heeft hij eigen novellen en anekdoten gedicht.

Wegens te recht of ten onrechte in zijn werk gevonden politieke toespelingen schijnt hij onder Tiberius vervolgd en gestraft te zijn, maar later weer vrij te zijn gekomen.

< >