Wat is de betekenis van Phaedrus?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Phaedrus

1. Gr. Phai'dros, Athener uit de kring van Socrates naar wie Plato een van zijn dialogen genoemd heeft; 2. een door Augustus vrijgelaten slaaf, schreef een Latijnse bewerking van de fabels van Aeso'pus in jambische verzen, in 5 boeken, waarbij ook eigen werk.

2025-07-26
Lexicon Internationale auteurs

Josien Moerman (1985)

Phaedrus

(ca. 15 v.C. - 50 n.C.) Romeins fabeldichter afkomstig uit Macedonië. Kwam als slaaf naar Rome, kreeg een goede opleiding en werd door Augustus vrijgelaten. Hij schreef 5 boeken met fabels, de Fabulae Aesopiae (Aesopische fabels), voornamelijk dierenverhalen. Deze gaan terug op Aesopus en hellenistische bronnen, en zijn aangevuld met eigen erv...

2025-07-26
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

PHAEDRUS

Phaedrus (Φαιδρος), griekse eigennaam. 1. Phaedrus, zoon van Pythocles, gesprekspartner van Socrates in Plato’s dialoog Phaedrus. Hij behoorde tot de kennissenkring van Socrates zonder direct diens leerling te zijn. Ook in zijn Symposium laat Plato Phaedrus optreden; daar houdt hij de eerste lofrede op Eros. 2. Phaedrus, griekse wijsgeer (ca. 138-7...

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Phaedrus

1. i, m. Epicureïsch wijsgeer te Athene, leermeester van Cicero. 2. i, m. leerling van Socrates uit Myrrhinus in Attica, naar wie Plato zijn dialoog Phaedrus noemde. 3. i, m. vrijgelatene van Augustus, Thraciër van geboorte, schrijver der bekende fabels in Aesopische trant.

2025-07-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Phaedrus

Rom. fabeldichter, vrijgelatene v. Augustus, le eeuw v. Chr.

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Phaedrus

Romeinsch fabeldichter, waarsch. uit den tijd van Tiberius en Caligula; behandelt in poëzie vsch. fabels uit het dierenleven, grappen en anecdoten uit goden-en menschenleven. → Aesopus. Uitg. : o.a. Speyer (1912); bloemlez. in verband met andere fabellit. : Maur. Schuster (1928).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Phaedrus

Romeins fabeldichter uit Macedonië, ° 30 v. K., vrijgelaten slaaf van Augustus, ♱ 44 n.K.; vertaalde Aisopos’ fabels in 't Latijn.

2025-07-26
Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Phaedrus

een door Augustus vrijgelaten slaaf, schreef onder Claudius (41—54) een Latijnsche bewerking van de fabelen van Aesopus in iambische verzen en vermeerderde die met eigen werk.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Phaedrus

Phaedrus, - 1) leerling van Socrates, bevriend met Hippias en Plato, die één zijner dialogen naar hem heeft genoemd. 2) hoofd der Epicureïsche school te Athene, leermeester van Cicero eerst te Rome (90), later te Athene (79/78). 3) eerste Lat. fabeldichter uit Macedonië, vrijgelatene van Augustus, heeft de fabels van Aesopus in Lat. jambische verze...

Gerelateerde zoekopdrachten