Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Pergamum

betekenis & definitie

Pergamum - Πέργαμον, beroemde stad in het mysische gewest Teuthrania, ten N. van den Caīcus. Na den dood van Alexander d. Gr. behoorde het tot het gebied van Lysimachus, totdat in 284 diens schatmeester Philetaerus afvallig werd en te P. een eigen rijkje stichtte, dat hij in 263 aan zijn neef Eumenes I naliet.

In 188, na den syrischen oorlog, kreeg Eumenes II van Rome het grootste gedeelte van het door Antiochus afgestane land. Attalus III vermaakte in 133 zijn rijk en zijne schatten aan het rom. volk. Zijn onechte broeder Aristonīcus weigerde dezen afstand te erkennen, doch werd verslagen, gevangen naar Rome gevoerd en ter dood gebracht.

Het rijk van Pergamus werd de rom. provincie Asia (129). De vorsten van P. waren groote beminnaars van kunst en wetenschap geweest. Van de bouw- en beeldhouwwerken, door de Duitschers daar opgegraven, is vooral beroemd het groote Zeusaltaar, in de 2de eeuw gesticht, waarvan het beeldhouwwerk naar Berlijn is overgebracht.

In de geschiedenis der beeldhouwkunst neemt de Pergameensche kunst een afzonderlijke plaats in. De bibliotheek van P. bevatte 200000 boekrollen. Ook de nijverheid bloeide; fabricatie van manufacturen en weeldeartikelen werd op groote schaal gedreven.

Het perkament, charta pergamēna, ontleende zijn naam aan de stad. De bibliotheek werd later op last van M. Antonius naar Alexandria overgebracht.

< >