Lysimachus - Λυσίμαχος, van Pella, zoon van Agathocles, geb. omstreeks 355, generaal en later vertrouwd vriend van Alexander d. G., onderscheidde zich vooral bij den indischen veldtocht en werd bij Sangala gewond. Na den dood van Alexander kreeg hij Thracië (323), en had daar zooveel te doen met het bestrijden zijner barbaarsche buren, dat hij zich lang buiten de twisten tusschen de andere veldheeren van Alex. hield.
In 316 vereenigde hij zich echter met Ptolemaeus en Seleucus tegen Antigonus, doch deze wist hem nog lang in zijn eigen land bezig te houden. In 309 stichtte hij Lysimachēa (z. a.). In 306 nam hij, evenals Antigonus, Ptolemaeus e. a., den titel van koning aan.
In 302 begon hij den oorlog in Azië tegen Antigonus, en hoewel hij eerst voor de overmacht van zijn vijand moest wijken, behaalde hij in het volgende jaar met Seleucus de groote overwinning bij Ipsus. Hijverstiet toen zijne eerste gemalin, Amastris (no.2), en huwde met Arsinoë (no. 7). In 297 begon Demetrius Poliorcētes de vijandelijkheden op nieuw en in 294 moest L. hem als koning van Macedonië erkennen, doch na eene mislukte poging om de Geten te onderwerpen, waarbij hij overwonnen en gevangen genomen, maar weldra weder vrij gelaten werd, verdreef hij hem met de hulp van Ptolemaeus en Seleucus (287), gaf de regeering aan Pyrrhus van Epīrus, doch ontnam hem die weder na een jaar. Toen hij nu zijn zoon Agathocles op aandrijven van Arsinoë en van Ptolemaeus Ceraunus had laten vermoorden, vielen vele bloedverwanten en getrouwen van hem af, zijn achterdocht en wreedheid verwekte allerwege ontevredenheid, en weldra was geheel Klein-Azië tegen hem in opstand. Haastig trok hij over den Hellespont om de afvalligen te onderwerpen, maar in de vlakte van Corus, Κόρου πεδίον, ontmoette hij Seleucus, tot wien de weduwe van Agathocles gevlucht was; het kwam tot een gevecht, waarin L. overwonnen werd en sneuvelde (281).