Pandareüs - Πανδάρεος, zoon van Merops, stal voor Tantalus een gouden hond uit den tempel van
Zeus op Creta, en toen Zeus hem terugeischte, vluchtte hij naar Athene en van daar naar Sicilië, waar hij stierf. Eene van zijne dochters was Aēdon; de andere twee werden na de vlucht van P. door de godinnen Aphrodīte, Hera, Artemis en Athēna met vele goede eigenschappen begiftigd, doch toen zij zouden trouwen, werden zij door de Harpyieën weggeroofd en aan de Erinyen tot dienaressen gegeven.