Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Milētus (stad)

betekenis & definitie

Milētus - Μίλητος, eene der aanzienlijkste en schoonste steden van aziatisch Ionia, geboorteplaats van de wijsgeeren Thales, Anaximander en Anaximenes, van de logografen Cadmus en Hecataeus, van Aspasia. Miletus bestond uit een buiten- en een binnenstad, het had vier havens, door eilanden gedekt, van welke laatste Ladē het voornaamste was. Het was oorspronkelijk een carische stad, die door de Ioniërs gekoloniseerd werd.

Reeds vroeg heeft het door zeehandel gebloeid. Van hier uit zijn in de 7de eeuw 90 koloniën of handelsneerzettingen gesticht, vooral in de Propontis en den Pontus Euxīnus; de voornaamste zijn: Abȳdus, Cyzicus, Sinōpe, Istrus en Olbia. Miletus was de ziel van den ionischen opstand in 500 en werd tot straf in 494 door de Perzen verwoest.

Dit lot trof de stad ten tweede male, toen Alexander d. Gr. het op de Perzen veroverde (334). Beroemd was de milesische wol (vellera Milesia bij Vergilius).—Ook op de N-kust van Creta lag in ouden tijd eene stad van den zelfden naam.

< >