Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Thales

betekenis & definitie

Thales - Θαλῆς, van Milētus (640 of 624–546), de eerste der grieksche wijsgeeren, nam als grondstof van het bestaande het water aan, waarop volgens hem de aarde, die den vorm van een schijf heeft, drijft. Hij wordt ook de grondlegger van de

grieksche wis- en sterrenkunde genoemd en zoude de zonsverduistering van 28 Mei 585 voorspeld hebben. Hij hielp Croesus op zijn tocht tegen Cyrus bij het afdammen van de rivier Halys en stelde de vorming van een ionischen bondsstaat voor ter verdediging tegen de aanvallen der Perzen. Als een van de zeven wijzen, onder welke hij de wijste genoemd wordt, had hij tot spreuk, τί δύσκολον; τὸ γνῶναι ἑαυτόν. τί δ’ εὔκολον; τὸ ἄλλῳ ὑποτίθεσθαι. Geschriften heeft hij waarschijnlijk niet nagelaten.

< >