Ionia - Ἰωνία, 1) oude naam voor het landschap Achaia in de Peloponnēsus, voordat de Achaeërs de Ioniërs van daar verdreven hadden.—2) kustland met de voorliggende eilanden in Klein- Azië. Volgens de overlevering dagteekent de eerste ionische nederzetting aldaar, op de lydische kust, van ± 1044, toen onder aanvoering van Codrus’ zonen Neleus en Androclus eene groote schaar naar Lydia overstak. Hier vormde zich
allengs het ionisch stedenverbond: Phocaea, Clazomenae, Erythrae, Teos, Lebedus, Colophon, Ephesus, Priēne, Myus, Milētus en de eilanden Samus en Chius. Ook de aeolische stad Smyrna voegde zich, vrijwillig of gedwongen, hierbij. Op kaap Mycale stond het Panionium, het gemeenschappelijk heiligdom van Poseidon, den ionischen stamgod. Croesus dwong de ionisch- aziatische Grieken de opperheerschappij van Lydia te erkennen; met Lydia kwamen zij in 545 onder Perzië. In 500 stonden zij vruchteloos tegen koning Darīus I op, doch de perzische oorlogen maakten hen vrij, totdat de vrede van Antalcidas in 387 hen opnieuw aan Perzië prijs gaf.
Verder deelden zij de lotgevallen van Klein-Azië. Ionia was het vaderland van de dichters Homerus, Mimnermus, Anacreon, van de schilders Zeuxis, Apelles, Parrhasius, van de wijsgeeren Thales, Anaximander, Anaxagoras, Xenophanes, van de geschiedschrijvers Hecataeus, Dionysius Milesius, e. a.