Malchus - Μάλχος, 1) carthaagsch veldheer, ± 600–550, had eerst op Sicilië en Sardinië groote veroveringen gemaakt, en is daardoor de eigenlijke grondlegger geworden van de macht van Carthago, maar toen hij later op Sardinia eene groote nederlaag geleden had, werd hij uit Carthago verbannen. Hij trok toen tegen Carthago te velde, nam het in, en liet een aantal senatoren ter dood brengen. Later werd hij zelf ter dood veroordeeld, omdat hij naar de monarchie streefde.
Het verhaal is eenigszins verward, maar toont in elk geval aan, dat het leger toen nog uit Carthagers bestond, en geen huurleger was.—2) koning der Nabataeërs, bondgenoot van Caesar in den alexandrijnschen oorlog.—3) uit Philadelphia no. 2, geschiedschrijver uit de 5de eeuw n. C., die het werk van Priscus no. 2 (z. a.) tot 480 n. C. voortzette.—4) = Porphyrius (z. a.).