Laconica - Λακωνική, Z.O. gewest der Peloponnēsus, het land der Spartanen, vóór de dorische verovering door Achaeërs bewoond. De bevolking bestond uit drie klassen: de Spartiātae of Spartāni, de afstammelingen der dorische veroveraars, die alleen het volledige burgerrecht bezaten,—de Lacedaemonii of Perioeci, die van de oude achaeïsche bevolking afstamden en vrij waren en in wier handen nijverheid en handel waren,—de Helōtes, die servi publici waren. Het bestuur bestond uit twee koningen, één uit het stamhuis der Agiden of Agiaden en één uit dat der Procliden of Eurypontiden, uit den senaat van 28 leden en uit eene volksvergadering zonder recht van discussie.
Het hoogste gezag was echter in handen van de 5 ephori, een collegie, dat slechts voor een jaar gekozen werd, doch waaraan zelfs de koningen gehoorzaamden. Beroemd waren de laconische wapenen, schoeisel en mantels. Laconica was de militaire grieksche staat bij uitnemendheid; de zoog. wetten van Lycurgus waren er bij uitstek op aangelegd, soldaten te vormen.
Onder de bijzondere eigenaardigheden behooren: de opvoeding der knapen vanwege den staat, de gemeenschappelijke maaltijden of συσσίτια, de wetten tegen weelde. In Laconica behooren de mythen te huis van Leda en van Castor en Pollux.