Helvetii - Ἑλουήτιοι, een machtig keltisch volk tusschen den mons Iura (Jurageb.), den Rhodanus (Rhône) en den Rhenus (Rijn), verdeeld in vier pagi of kantons, waarvan twee, de pagus Tigurīnus en de p. Verbigenus nader bekend zijn.
Z. ook Toygeni. De Helvetiërs sloten zich aan bij de Cimbren; de Tiguriners brachten in 107 onder Divico den rom. consul L. Cassius Longīnus
(Cassii no. 3) eene beslissende nederlaag toe;
Cassius sneuvelde en zijn leger moest onder het juk doorgaan. Een ander gedeelte der Helvetiërs keerde na de nederlaag der Cimbren in 101 weder naar hun land terug. In 58, bij Caesars komst in Gallia, ondernamen de Helvetiërs weder een groote volksverhuizing, doch werden door Caesar met ontzaggelijk verlies teruggeslagen; van de 263000 menschen bleven slechts 110000 over. Sedert dien tijd begon men den ager Helvetiorum met rom. sterkten te bezetten. Na den dood van keizer Otho, toen de Helvetiërs Vitellius niet wilden erkennen, werden zij als wilde dieren opgejaagd en vervolgd.
De ager Helvetiorum behoorde tot Belgica, en strekte zich oorspronkelijk tot aan de Bodensee uit. Sedert de indeeling van het rijk door Diocletiānus behoorde het oostelijke gedeelte en de geheele Bodensee tot Raetia.