Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Archimēdes

betekenis & definitie

Archimēdes - Ἀρχιμήδης in 287 te Syracūsae geboren, een van de meest beroemde wis- en werktuigkundigen der oudheid, heeft zijn naam door tal van ontdekkingen vereeuwigd. Hij was een leerling van den beroemden alexandrijnschen wiskundige Euclīdes. Op wiskundig gebied vond hij de verhouding van de middellijn tot den cirkelomtrek, de inhoudsformules voor den bol en den cylinder, enz., en schreef verschillende werken, die ten deele bewaard gebleven zijn.

Op het gebied van waterweegkunde ontdekte hij de naar hem genoemde wet, dat een lichaam, in eene vloeistof gedompeld, zooveel aan zwaarte verliest, als het gewicht der verplaatste vloeistof bedraagt. In de werktuigkunde vond hij de katrol uit, de naar hem genoemde archimedische schroef of schroef zonder einde en de waterschroef tot het uitmalen van water. Tijdens het beleg van Syracusae door de Romeinen wendde hij zijne bekwaamheden aan om door vernuftig uitgedachte werktuigen den Romeinen afbreuk te doen.

Toen eindelijk in 212 de stad door Marcellus werd ingenomen, had deze wel uitdrukkelijk last gegeven, Archimedes te sparen, doch een soldaat, die den beroemden man niet kende en in diens woning doordrong, vond hem verdiept in meetkundige berekeningen, terwijl hij een aantal figuren op den grond getrokken had. Verstoord over de waarschuwing om niet door zijne figuren heen te loopen, doorstak de soldaat hem. Op zijn graf werd, overeenkomstig zijn verlangen, een cylinder met een bol geplaatst, doch in Cicero’s tijd lag het vergeten in een wildernis van struiken.

< >