Aeoles of Aeolii - Αἰολῆς, heet de bevolking van Lesbus, Tenedus en Aeolis (z. a.); hun hoofdzetel schijnt oudtijds Thessalia geweest te zijn. Vandaar zijn ze gedeeltelijk naar Boeotia, en over Aulis naar Klein-Azië getrokken.
De dialekten dezer drie streken zijn dan ook nauw verwant. Uit de omstandigheid, dat de stamheros Aeolus als vader van een talrijk kroost wordt voorgesteld, ontstond bij de Grieken het vermoeden, dat de Aeoliërs eene verzameling van verschillende kleine stammen waren, die oudtijds in verschillende deelen van Griekenland werden aangetroffen.