Gepubliceerd op 21-09-2017

Penates

betekenis & definitie

Penates - (Di Penates, afgeleid van penus, ‘voorraadkamer’) Beschermgoden van de voorraden in de voorraadkamers van elke woning. Zij werden vereerd naast de Lares en de Genius van de familievader in het atrium van de woning.

De Lares waren meer de beschermgeesten van de woonplaats, de Penates die van de voorraden: een bewijs van rijkdom en welstand.

Oorspronkelijk waren de Penates onbepaalde godheden of geesten, met bescherming of bewaking belast en naar eigen goedvinden van de pater familias uitgezocht of van vorige generaties overgeërfd. Deze konden bekend zijn als b.v. Iupiter, Mars, Mercurius, Volcanus en Ceres. Een bewijs hiervan zijn de verscheidene als Penates geïdentificeerde beschermgeesten, geschilderd op de muren van het atrium in de huizen van Pompeii. Doch ook in de Larenkapelletjes konden ze voorgesteld worden als kleine geboetseerde beeldjes. Bij bepaalde gelegenheden werden aan de Penates offers gebracht, b.v. bij familiefeestdagen, verjaardagen, geboorten enz., en ook op bepaalde dagen als de Kalendae, Nonae en Idus.

De offerplaats bevond zich dicht bij de haard en hier werd geofferd bij elke familiemaaltijd, door een deel van het voedsel voor de Penates te reserveren en in de vlammen van de haard te werpen. Op bijzondere dagen waren er offers van bloemen, wijn, eieren enz. Ook de Romeinse staat had als zodanig zijn Penates, die volgens de legende door Aeneas uit Troia waren meegebracht en samen met Vesta in haar tempel werden vereerd. In de klassieke periode, waarschijnlijk reeds in de 3e eeuw v.C., kregen de staatspenaten een eigen tempeltje bij de via Sacra, dicht bij het Forum. Toen reeds werden de Penates in menselijke gedaanten voorgesteld, nl. als die van Iupiter, Mars, Ceres e.a. in de particuliere kapelletjes, en de Dioskouroi, Castor en Pollux als de staatspenaten.

Onder Augustus, die in zijn paleis een altaar voor deze staatspenaten had laten oprichten, werd de Palatinus het centrum van hun nationale eredienst.

< >