Gepubliceerd op 14-09-2017

Feesten in Griekenland

betekenis & definitie

Feesten in Griekenland - Naast de grote Panhelleense religieuze feesten en spelen (zie Agones) hadden er nog andere plaats in de voornaamste poleis doch met een meer lokaal karakter.

Athene

De burgers van Athene gingen er trots op de vroomsten onder de Grieken te zijn. Dat was de waarheid als het aantal feesten en religieuze plechtigheden evenredig was met de godsdienstzin. Want dergelijke feesten waren er het talrijkst, het schitterendst van alle Griekse poleis. Afgezien van de maandelijks terugkerende feestdagen ter ere van een bepaalde godheid (hieromèniai), b.v. de le en de 7e toegewijd aan Apollo, de 3e, 13e, 15e, 23e aan Athena, de eerste en de laatste dag aan He- katè enz., vierden de Atheners de volgende belangrijke feesten.

De Panathenaeën werden gehouden als feest ter ere van Athena Polias, de belangrijkste schutsgodin van de stad, verpersoonlijking van het vaderland. Aldus waren de Panathenaeën bij uitstek het nationale feest van Attika. De Kleine Panathenaeën grepen ieder jaar plaats aan het einde van de maand Hekatombaeon (juli), op de 28e en 29e, de Grote Panathenaeën om de vier jaar; deze laatste duurden zes dagen, van 24 tot 29 juli, en hadden plaats in het derdejaar van de Olympiaden. De instelling van deze feesten geschiedde volgens de traditie door Erechtheus, ze waren vernieuwd door Theseus, aangevuld door de Peisistratiden en de reorganisatie was het werk van Perikles, de bouwer van Athenes grootheid. De deelneming aan de plechtigheden en feesten was teken, voorrecht en eis van het burgerschap. De Kleine Panathenaeën begonnen met een nachtelijke fakkeloptocht naar Athena’s tempel op de Akropolis. De volgende dag bracht men offers, deelde voedsel aan het volk uit en werden er allerhande sportwedstrijden gehouden. De Grote Panathenaeën begonnen eveneens met offers en voedselbedeling en dan volgde een reeks van manifestaties, die alle Atheners op de been brachten en vele vreemdelingen aantrokken. Zo waren er lyrische wedstrijden, door Persistratos toegevoegd, waarop rhapsoden, in bonte kleding en met gouden kransen op het hoofd, gedeelten van Homeros’ Ilias voordroegen (zie Rhapsodos); paardenrennen, gymnastische en hippische wedstrijden, door Perikles geprogrammeerd; muziekwedstrijden, voor fluit en kithara, zangwedstrijden, waarvoor Perikles een speciaal theater, het Odeion, had laten bouwen. De bloem van de Atheense jeugd trad in het strijdperk voor de pentathlon (zie Sport) en de schitterende wapendans. Er vonden schoonheidswedstrijden plaats voor mannen, door hun phyle uitverkozen; regatta’s in de haven van Piraeus; een fakkeltocht tijdens een maanloze nacht.

De feestelijkheden werden besloten met een processie naar de tempel van Athena op de Akropolis, het Parthenon sedert Perikles. Geheel de bevolking volgde de stoet, waarin de peplos werd meegedragen door de vooraanstaande jonge meisjes, die het kleed met prachtig borduurwerk en figuren hadden geweven. Het stelde de strijd tussen Athena en de Giganten voor.

De stoet werd in detail afgebeeld door Phidias op het fries van het Parthenon. Tenslotte werd een hekatombe van ossen geofferd.

De prijzen voor de overwinnaars in de atletiekwedstrijden bestonden uit een aantal vazen, prachtig beschilderd en gevuld met olie van de heilige olijfbomen, zodat de godin Athena zelf hiervoor gezorgd bleek te hebben. In de 5e eeuw v.C. hadden de Panathenaeën naast de godsdienstige ook een belangrijke politieke betekenis, omdat ze gevierd werden ter ere van Athena, beschermster niet alleen van de stad, maar ook van de Atheense confederatie, de Delisch-Attische Bond. De deelneming door de bondgenoten aan deze feesten werd door volksdecreten geregeld.

De Nekusia was het herinneringsfeest voor de doden, gehouden op de 5e van de maand Boedromioon (september). Tijdens de Nekusia werden de grote historische overwinningen van Marathon, Salamis en Plataeae herdacht.

De Eleusinia, het voornaamste feest uit de kring van mysteriënfeesten ter ere van Demeter en Korè, de godinnen die hun tempel te Eleusis hadden. De Eleusinia vonden gedeeltelijk in Athene plaats van 16 tot 20 Boedromioon (september), gedeeltelijk in Eleusis van 20 tot 25. Gezanten trokken tevoren naar de steden om de bevolking uit te nodigen en een godsvrede af te kondigen. In Athene werden eerst de symbolische reinigingen van de ingewijden in zee voltrokken en de nodige offers gebracht. Op 20 Boedromioon begraven de ingewijden zich in processie langs de heilige weg van Athene naar Eleusis. Hier namen zij deel aan de heilige ceremonies van de inwijding, de offers en de wedstrijden.

De Pyanepsia, gevierd in het begin van de maand Pyanepsioon (oktober), was een echt volksfeest ter ere van Apollo. Het feest ontleende zijn naam aan het speciale gebak van bonen en andere peulvruchten, dat aan de god werd geofferd als eerstelingen van de geoogste vruchten. Een daartoe uitverkoren jongeling bracht een olijftak, behangen met monsters van de veldvruchten, druiven en honing, kleine flesjes wijn en olie, naar de tempel van Apollo. Andere jongemannen plaatsten een zelfde olijftak voor de particuliere woningen. Het was een dankfeest voor het beëindigen van de oogst.

De Thesmophoria werden eveneens in oktober gehouden van 12 tot 14 Pyanepsioon ter ere van Demeter en Persephonè (Korè). Alleen de vrouwen vierden dit feest, dat bedoeld was om de vruchtbaarheid van de velden te verzekeren.

De Oschophoria, het feest van de oschoi (druiventrossen), ter ere van Dionysos, viel ook in oktober. Pas geoogste druiventrossen werden van de tempel van Dionysos in Athene gedragen naar de tempel van Athena in Phaleron, enkele kilometers ten zuiden van Athene. Bij dit feest was een wedloop voor knapen georganiseerd en de overwinnaar kreeg als prijs uitgelezen wijn en honingkoeken.

De Theseia, het feest van Theseus, kwam na de Pyanepsia in dezelfde maand en duurde vier dagen. Kimoon zou het in 468 v.C. ingesteld hebben ter ere van Theseus, de stichter van Athene. Het was een nationaal feest bij uitstek, waarop de gesneuvelden voor het vaderland plechtig werden herdacht tijdens de epitaphia, met zang en feestrede.

De Apaturia werden gevierd ter ere van Zeus Phratrios en Athena Phratria van 26 tot 28 van dezelfde maand Pyanepsioon. Het was het grote feest van de Phratriai. Deze hadden een bijzondere betekenis, omdat op de derde dag van het feest de pasgeborenen van het jaar daarvoor ingeschreven werden in het register van de phratria en aldus hun burgerrechten kregen.

De landelijke Dionysia vonden plaats van 8 tot 11 Poseideoon (december) ter ere van Dionysos, wanneer het sap van de druiven na een eerste gisting werd opgehaald. Deze landelijke Dionysia waren echte volksfeesten met allerhande spelen en vermakelijkheden als zaklopen en een luidruchtige processie in de landelijke districten en de grote demen. In de klassieke periode werden ook dramatische voorstellingen gehouden bij de Piraeus.

De Lenaea, het voornaamste feest in de maand Gamelioon (januari), had plaats van 8 tot 11 Gamelioon. Het was het wijnpersfeest uit de kring van de Dionysia ter ere van Dionysos en werd gevierd in het Lenaion. De Athe- ners herdachten de god Dionysos, die zijn moeder naar de Olympos brengt. Komedievertoningen vormden de hoofdschotel. Tijdens deze feesten werden trouwens de eerste komedies opgevoerd in de eerste helft van de 5e eeuw v.C. In de tweede helft van de 5e eeuw werden er tragedies aan toegevoegd.

De Anthesteria of Bloemenfeesten werden gevierd van 11 tot 13 Anthesterioon (februari) ter ere van Dionysos. Het was diens oudste feest, waarin men hem gedurende drie dagen huldigde als meester over de zielen. Het waren ook de Allerzielendagen van Athene, die eindigden met feestelijkheden, voorlopers van ons carnaval. Op de ‘dag van de Bekers’, bij de aanvang van de Anthesteria, werden de grote wijnkruiken geopend en werd de jonge wijn geproefd, die sedert oktober te gisten stond. Hiervoor bracht iedereen, die aan het feest deelnam, zijn eigen kruik mee. Het beeld van Dionysos werd in een schip op een wagen of met een onderstel op wielen door de straten getrokken, aldus symboliserend dat de god per schip uit Thrakië of Frygië in Klein-Azië was overgekomen. De Atheense burgers nodigden de zielen van de voorouders, waarvan gedacht werd dat zij gedurende deze feestdagen over de aarde dwaalden, in huis voor een offer. Om evenwel bezoedeling te voorkomen, sloten de burgers de tempels en bestreken ze de deur met pek. Het feest besloot met het symbolisch huwelijk van de basilissa, de echtgenote van de ar- chon basileus met de god Dionysos, waarbij zij door de eerbiedwaardige vrouwen werd vergezeld tot in het ambtslokaal van haar man. Het huwelijk symboliseerde dat van Dionysos met Ariadne. Nadat de vrouwen de basilissa weer naar haar woning hadden gebracht, ging door de straten een vrolijke stoet, waarvan de deelnemers maskers droegen en zich met bloemen hadden getooid. Er hadden echter geen toneelvoorstellingen plaats.

De stedelijke of grote Dionysia waren de grote gebeurtenissen van 8 tot 13 Elaphebolioon (einde maart) sedert deze door Peisistratos waren ingesteld. Het waren feesten vol pracht en praal, die werden bijgewoond niet alleen door mensen uit buurstaten, doch ook uit alle delen van Griekenland. Een deel van de Dionysia bestond in luidruchtige, uitgelaten samenkomsten, waarin ongebreidelde levensvreugde en zingenot aan de orde waren. De bacchanten, vooral vrouwen, vereerders van Bakchos-Dionysos, dansten er opgezweept door kakofonische muziek van pauken en fluiten. Doch in deze Dionysia ontmoetten cultus en cultuur elkaar. Na de processie, die op een wagen het beeld van Dionysos van zijn tempel in Athene naar het bos van de Akademeia bracht, waar het vereerd werd door de Atheense jongelingschap, die het bij nacht onder fakkellicht naar Athene terugvoerde, vonden in het theater van Dionysos culturele prestaties van hoog gehalte plaats. De drie laatste dagen waren gereserveerd voor poëtische wedstrijden, de opvoering van nieuwe tragedies, waarmee de dichters dongen naar de palm van de overwinning. Tijdens deze grote Dionysia wonnen Aischylos, Sophokles en Euripides hun hoogste roem (zie Tragedie in Griekenland).

De Thargelia was het belangrijkste feest ter ere van Apollo in Athene. Het werd gehouden op 6 en 7 Thargelioon (mei), de maand die aan Apollo was toegewijd. Op het programma stonden een processie en het offer van de eerste veldvruchten. In de oudste tijden vond er een ritueel van boetedoening plaats, waarbij twee terdoodveroordeelden aan de god werden geofferd. In latere tijden, wellicht reeds met Drakoon, werd dit offer vervangen door een symbolisch ritueel waarop de terdoodveroordeelden werden verbannen. De Thargelia was eveneens een gelegenheid tot het houden van lyrische wedstrijden.

Sparta en elders

De openbare feestelijkheden of wedstrijden in Sparta hadden een militair karakter. Daarbij waren zij tot enkele herleid vanaf de tijd dat Sparta zich gehuld had in het militaire keurslijf, dat niet meer werd afgelegd voor levensblijheid en vreugdebetoon, en werden nog drie feesten met een bijzonder plechtig karakter in ere gehouden.

De Hyakinthia werd gevierd in Amyklai in de Peloponnesos, ter ere van Hyakinthos, de jonge vriend van Apollo, die hem per ongeluk door een discusworp doodde. De jongeling veranderde toen in een bloem, de hyacint. Hyakinthos werd in Lakonië als een stamheros vereerd en belichaamde het sterven en het herleven van de natuur. De Karneia was een oogstfeest gehouden in augustus ter ere van Apollo Karneios, beschermer van de kudden. Het had plaats in Sparta zelf. Het feest symboliseerde gedeeltelijk het militaire leven van de Spartanen, want het leger wachtte steeds het einde van de Karneia af om een veldtocht te beginnen. Daarbij had het gedeeltelijk een landelijk karakter, want er vond ook een loopwedstrijd voor knapen plaats, die druiventrossen droegen, zoals in Athene, tijdens de Oschophoria. Tenslotte werd er ook een muzikale wedstrijd aan toegevoegd, die werd bijgewoond door dichters en musici uit alle delen van Griekenland. De Karneia was het belangrijkste feest in Sparta. De Gymnopaidia was het feest van de jonge Spartanen, gehouden in de maand juli, waarop de jeugd behendigheid en kracht kon tentoonspreiden. Op het feest waren gymnastische oefeningen geprogrammeerd, alsook dansen voor knapen en mannen en de uitvoering van hymnen voor de goden en de Spartaanse helden.

De Heraea, het grote feest van Argos ter ere van Hera, gemalin van Zeus, werd om de vijfjaar gevierd. Haar ter ere had een processie plaats naar haar tempel, het Heraion van Argos, waar haar beeld van goud en ivoor van Polykleites stond. De processie werd geleid door haar priesteres, die plaatsgenomen had op een door koeien getrokken wagen. Er werd aan Hera een hekatombe geofferd en verder een wedstrijd in het speerwerpen georganiseerd.

Op Delos vierde men reeds zeer vroeg een lentefeest ter ere van Apollo en Artemis met gymnastische en muzikale wedstrijden, die werden bijgewoond door burgers uit vele streken van Griekenland. Doch in de 5e eeuw v.C. raakten de wedstrijden en godsdienstige plechtigheden in onbruik tot de Atheners ze in 426 v.C. in volle Peloponnesische Oorlog weer nieuw leven inbliezen. Ter ere van Apollo werd een groots feest georganiseerd, dat om de vier jaar gehouden werd. Dezelfde wedstrijden werden op het programma gezet en wagenrennen werden eraan toegevoegd. Toch kreeg dit feest niet meer een Panhelleens karakter. Het bleef een zuiver Atheense aangelegenheid.

In Plataeae vierde men om de vijf jaar de Eleutheria, een feest met politieke inslag want men herdacht er de overwinning op de Perzen in de slag van Plataeae in 479 v.C.

De Lukaia was een feest gevierd ter ere van Zeus Lukaios op de Lukaiosberg in Arkadië. Tijdens dit feest werd een man verondersteld in een wolf te veranderen en deze gedaante negen jaar te behouden. Wellicht een herinnering aan primitieve mensenoffers, opgenomen in het ritueel ter ere van Zeus Lukaios.