Perikles - Atheens politicus (495-429 v.C.). Hij was de grote staatsman, wiens naam verbonden blijft met de culturele bloei van Athene. Perikles behoorde tot een van de adellijkste geslachten, niet alleen door zijn vader Xanthippos, doch vooral door zijn moeder Agaristè, de nicht van Kleisthenes, uit het geslacht van de Alkmaeoniden. Van zijn jeugd en jongelingsjaren is weinig bekend, omdat aller aandacht naar zijn jarenlange politieke bedrijvigheid is uitgegaan. Van zijn leermeesters is slechts Damon bekend, een muziekleraar en politiek theoreticus. Doch beslissend voor Perikles’ politieke bedrijvigheid later was ongetwijfeld de inval van de Perzen in 480 v.C.: toen hij naar Salamis moest uitwijken, de overwinning ter zee onder leiding van Themistokles mee beleefde en als 15-jarige jongeling naar het bevrijde Athene terugkeerde en de wederopbouw van zijn vaderstad onder zijn ogen zag plaats hebben. Na zijn efebendienst nam Perikles onder het commando van Kimon aan verscheidene veldtochten deel tegen de restanten van het Perzische leger op de kusten van Thrakië, Karië en Lykië. Aan het openbare politieke leven kon men in Athene niet deelnemen vóór de leeftijd van 30 jaar. Aan de andere kant leidde hier geen ambtelijke regeling naar de eigenlijke staatsleiding, zoals dit in Rome het geval was met de cursus honorum. Daarbij werden de hoogste ambten deels door het lot, deels door verkiezing toegewezen. Perikles begreep al spoedig dat de feitelijke politieke macht in handen was van een persoonlijkheid, die erin slaagde de meerderheid van het volk achter zich te scharen. Op dat ogenblik kregen zijn plannen vaste vorm. Hij zou zich inspannen om de aanhankelijkheid van het Atheense volk te verkrijgen en te behouden en, hierdoor sterk, zijn eigen weg te gaan op binnenlands en buitenlands gebied. In deze periode immers bestonden bij het Atheense volk nog voldoende bindingen met het oude geloof en een vanzelfsprekende eerbied tegenover de adelklasse, om te verwachten dat hun leiders slechts dan de vereiste hoedanigheden bezaten, wanneer zij van voorname en rijke afkomst waren.
Samen met Ephialtes kon Perikles belangrijke democratische hervormingen ten uitvoer laten brengen in 462 v.C., waardoor de democratie, gepland door Kleisthenes een halve eeuw voordien, nu eindelijk definitief gevestigd werd. Door de volksvergadering werden zijn voorstellen tot wetten bekrachtigd: de uitbetaling van een zittingsgeld aan de leden van de Ekklesia, de Heliaia en de Boulè en het theorikon voor de burgers, die de dramatische opvoeringen in het Dionysostheater wensten bij te wonen.
Het bedrag van deze vergoedingen stemde overeen met de behoeften van het bestaansminimum en maakte het derhalve mogelijk dat de burgers van de lagere klassen zich van hun plichten en rechten daadwerkelijk konden kwijten zonder derving van de noodzakelijke inkomsten voor het levensonderhoud.
In hetzelfde jaar 462 v.C. werd een volksdecreet aangenomen, waardoor elke politieke macht aan de Areopaag werd onttrokken en aan het volk in zijn politieke organisaties, Boulè en Ekklesia, toevertrouwd. Hiervoor had Ephialtes zich reeds lang bijzonder ingespannen en kort na de aanvaarding van het decreet werd hij vermoord.
Het voorstel en de uitvoering van deze maatregelen waren in het geval van Perikles veel meer dan een eerste optreden van een jonge demagoog. Men vindt hierin de grote lijnen van een programma, voor de vervulling waarvan Perikles dertig jaar lang tot aan zijn dood doelbewust zou ijveren. Perikles wilde van de Atheense bevolking een politieke entiteit smeden, een demos, die als zodanig actief zou optreden, gestuwd door een zelfde gemeenschapsgevoel. Daarom zouden de financiële vergoedingen de burger vrij moeten maken voor de vervulling van zijn politieke plichten. Doch de uitbetaling van deze nieuwe vergoedingen was een zware last voor de financiën van de staat. De gebruikelijke bronnen waren daarvoor niet voldoende. Daarom zocht Perikles door een grote machtsontplooiing, zelfs gepaard gaand met geweld, de nodige middelen van buitenaf te krijgen. Onder invloed van Perikles, die nu leider van de democratische partij was geworden en zonder een geëigend ambt te bekleden het hele volk door zijn welsprekendheid in zijn ban hield, stortte het Atheense volk zich hals over kop in buitenlandse ondernemingen. Deze ondernemingen bevredigden de machtswellust van het Atheense burgerschap en zorgden voor de materiële basis voor het democratische beheer.
De jarenlange vriendschap met Sparta werd opgezegd. Kimon, zegerijk vlootvoogd, maar Spartaans gezind, werd in 462 nog voor tien jaar verbannen. Met Argos, tegenstander van Sparta, werd een overeenkomst gesloten. Athene bood militaire steun. Perikles slaagde erin Megara van Sparta afvallig te maken en haar belangrijkste haven voor de Atheense vloot open te stellen. Waarschijnlijk was het niet Perikles, die het plan voor ondersteuning van Egypte tegen de Perzen opvatte en liet uitvoeren, waarbij meer dan tweehonderd schepen van de vloot van de Delisch-Attische Zeehond in een jarenlange strijd werden gewikkeld, maar wel hoopte hij hierdoor nieuwe bronnen voor de toevoer van levensmiddelen voor Athene te kunnen aanboren.
De overmoed, waardoor op twee fronten werd gevochten, nl. één in Midden-Griekenland en één tegen Perzië, kostte veel mensenlevens en bracht Athene op de rand van de afgrond. In deze omstandigheden kwamen de grote gaven van de ware staatsman Perikles aan het licht, al moet worden gezegd dat de omstandigheden hem gunstig waren.
Na de nederlaag bij Egypte, waarbij een groot aantal bondsschepen verloren gingen, was het een geluk dat Perzië niet in de Egeïsche Zee oprukte. Perikles speelde het klaar de kas van de Delisch-Attische Bond, tot op dat ogenblik nog bewaard op het eiland Delos, naar Athene te laten overbrengen, ook met instemming van Samos. In 457 v.C. werd de verbannen Kimon naar Athene teruggeroepen en deze slaagde erin het oorlogsmoede Sparta tot een vijfjarige wapenstilstand met Athene te bewegen. Daardoor had Athene de handen vrij om alleen de Perzische vijand aan te vallen. Kimon kreeg de leiding over de vloot, die bij Kypros in 449 v.C. de Perzen versloeg, waarbij de koning beloofde voortaan af te zien van een ingrijpen in het gebied van de Egeïsche Zee en daardoor de hegemonie van Athene impliciet erkende. Dit betekende dan ook het einde van de Perzische Oorlogen.
Voor Perikles was het een geluk dat Kimon, die een ernstige rivaal op het binnenlandse vlak kon zijn, gestorven was nog vóór de overwinning bij Kypros definitief was. Aldus verhoogde dit resultaat alleen de roem van Perikles.
Om aan zijn politieke ideaal verder te kunnen werken, had Perikles een duurzame vrede met Sparta en de andere vijandige Griekse poleis nodig. Hij slaagde erin met Sparta in 445 v.C. een vrede voor dertig jaar te sluiten, hetgeen ook een bewijs van zijn diplomatieke gaven is. Immers, in de gegeven omstandigheden was een dergelijke lange termijn zeer ongewoon, des te meer omdat Sparta zich kort voordien nog van Euboia meester gemaakt had. Nu begon voor de staatsman een periode zonder nederlagen tot aan het begin van de Peloponnesische Oorlog in 431 v.C., al heeft hij niet al zijn plannen in de gewenste vorm en met de volledige draagwijdte kunnen verwezenlijken.
De poging om in Athene een Panhelleens congres samen te brengen, waardoor de leiderssituatie van Athene duidelijk tot uiting zou komen, heeft geen succes gekend door de tegenwerking van Sparta. De stichting van een Panhelleense kolonie te Thurioi in Zuid-Italië in 444 v.C. heeft niet de medewerking kunnen opbrengen, die hij zich gedroomd had. Op binnenlands gebied kende Perikles nog steeds hardnekkige tegenwerking van adellijke kringen, zelfs in die van de boerenstand, zodat hij het nuttig vond de leider van de adellijke oppositie voor tien jaar in ballingschap te zenden. Sedert 443 v.C. werd Perikles regelmatig elk jaar tot strategos gekozen, wat eveneens bewijst dat hij de waardering van het volk bleef behouden, omdat het effect van zijn buitengewone redenaarsgaven werkzaam bleef. De bijtende spot van zijn tegenstanders, die ook in de komedie tot uiting kwam, raakte zijn persoonlijkheid niet. Zijn tegenstanders wilden daarom de ‘Olympiër’ Perikles in zijn vrienden en omgeving treffen.
Die aanval kreeg vaste vormen, nadat de oppositieleider van de adellijke kringen uit zijn ballingschap was teruggekeerd. Onder beschuldiging zich aan asebeia (goddeloosheid) te hebben schuldig gemaakt, werd de jonge natuurfilosoof, Anaxagoras van Klazomenai, aangeklaagd en voor het gerecht gebracht. Met hem had Perikles reeds jarenlang een nauwe relatie en het is niet uitgesloten dat beide vrienden ook geestelijk verwant waren. Omdat een veroordeling voor de volksrechtbank zeker was, gaf Perikles zijn vriend de raad zich hieraan te onttrekken door Athene te verlaten. Daarop bereidden zijn tegenstrevers een tweede slag voor. Hij had zich van zijn Atheense echtgenote laten scheiden en een tweede huwelijk gesloten met Aspasia uit Milete, met wie hij weliswaar in concubinaat had geleefd, doch wettelijk was dit huwelijk onaanvechtbaar. Deze Aspasia werd eveneens van asebeia beschuldigd en de aantijging van koppelarij verergerde de aanklacht. Slechts met de grootste moeite en door persoonlijke inzet verkreeg Perikles haar vrijspraak.
De derde slag trof Perikles in zijn beste vriend en medewerker op cultureel vlak, de beeldhouwer Phidias. Deze had het ivoren-gouden beeld van de godin Athene voor de cella van het Parthenon gemaakt. De kunstenaar werd aangeklaagd wegens diefstal van kostbaar materiaal en heiligschennis, omdat hij het gewaagd had zijn gelaatstrekken en die van Perikles op het schild van de godin af te beelden. Het kwam niet tot een veroordeling omdat Phidias in de gevangenis was gestorven, voordat er eigenlijk een vonnis was geveld, of omdat hij naar Olympia in ballingschap was getrokken. De vijanden van Perikles triomfeerden evenwel, omdat deze zijn vriend niet had kunnen helpen. Tenslotte moest Perikles zelf, nadat de oorlog met Sparta reeds was uitgebroken en zijn beide zonen uit zijn eerste huwelijk aan de pest gestorven waren, om een uitzonderingsdecreet op het verlenen van het burgerrecht verzoeken, opdat dit burgerrecht verleend zou worden aan het kind dat hij bij Aspasia had. Ook Perikles is nog wegens verduistering van staatsgelden veroordeeld en dit heeft zijn levenskracht gebroken, hoewel hij na korte tijd in ere werd hersteld. In 429 v.C. is hij zelf aan de pest gestorven, in het tweedejaar van de Peloponnesische Oorlog, die onvermijdelijk was geworden.
Mede dankzij het historisch werk van Thukydides is Perikles door het nageslacht bewonderd en geliefd gebleven. Vooral wegens al wat op het gebied van kunst en letteren onder zijn stuwing is gepresteerd, noemt men de glansperiode van Athenes geschiedenis ‘de eeuw van Perikles’. Handel en nijverheid bereikten onder zijn impuls hun hoogste bloei. De bouw- en beeldhouwwerken op de Akropolis, het Parthenon en Pallas Athena, maakten van de burcht niet alleen van Athene maar ook van heel Griekenland het culturele en religieuze centrum. Kunst, literatuur en wetenschappen bereikten toen een onvolprezen volmaaktheid, waardoor zijn tijd terecht beschouwd wordt als de klassieke periode van de Griekse cultuur.
Dankzij de veelzijdige rijkdom van zijn persoonlijkheid werd in Athene het model van de democratie gevestigd, waarin de handwerkslieden ruim hun levensonderhoud verdienden aan de vele gebouwen op de Akropolis en in de Piraeushaven, de armere burgers door vergoeding voor staatsdienst zich konden opwerken en iedereen zich voor de staatszaken interesseerde. Zijn hele leven heeft Perikles zich ingespannen om de brede massa een adelmentaliteit bij te brengen tot zij in de staatsdienst haar eigenlijke levensopgave zou zien. Zo ver is het niet gekomen. Toen het volk zijn sterke hand niet meer voelde en in het politieke leven de wonderbare ban van zijn welsprekendheid moest missen, verloor het weldra de zin voor plichtsbetrachting. Het bleef zijn rechten en vergoedingen eisen, doch sloot de ogen voor zijn plichten. De Atheners werden de profiteurs van het democratisch regime, zodra de monarch verdwenen was.
Nawerking: Pericles and Aspasia, roman in briefvorm door W. Sauvage Landon, s.d.; Pericles the Athenian, roman door Rex Warner, biografie van Perikles, opgesteld door zijn vriend Anaxagoras van Klazomenai, Parijs 1967; Aspasia, roman door Rob. Hamerling, 2 dl., Amsterdam s.d.