Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

RIJWIEL

betekenis & definitie

Het is onbekend, wie nu eigenlijk het rijwiel (of: de fiets) heeft uitgevonden. We weten slechts, dat een van de eerste rijwielen geconstrueerd werd door baron Karl Drais; een Duitser, die zijn vinding heel bescheiden naar zichzelf de ‘draisine’ noemde! In 1818 raakte de draisine bekend in Engeland.

Het apparaat had geen pedalen en bestond eigenlijk uit twee wielen, die door middel van een houten balk met elkaar verbonden waren. De bestuurder zat dwars op die balk en bewoog zich voort door zich voortdurend met de voeten af te zetten. In Engeland werd de draisine al spoedig Tiet dandypaard’ genoemd, omdat vooral de modieuze Engelse dandies er van hielden zich met het nieuwe vervoermiddel te vertonen.Ongeveer 25 jaar later bouwde de Schot Kirkpatrick MacMillan de eerste fiets met pedalen. Die pedalen waren aan het achterwiel bevestigd en dreven dat aan. Niemand schonk veel aandacht aan de nieuwe vinding, hoewel MacMillan zelf gearresteerd werd wegens ‘onverantwoordelijk snel rijden’.

In 1866 vroeg de Fransman Pierre Lallement het eerste octrooi aan op een fiets. Zijn vinding kreeg de spotnaam ‘bottenschudder’, want de vering was niet helemaal ideaal! De pedalen van Lallements fiets zaten aan het voorwiel.

Enige tijd later kwam iemand op het idee, dat een fiets sneller zou rijden als het voorwiel maar groot genoeg was. De fietsen, die naar aanleiding van dat idee gemaakt werden, hadden dan ook een voorwiel, dat bijna zo groot was als de berijder zelf en waren verder uitgerust met een uiterst klein achterwiel. Inderdaad reden deze toestellen iets sneller dan een ‘gewone’ fiets - alleen was het heel erg moeilijk om in het zadel te komen. En wie viel, viel hard! Als reactie daarop verschenen er later fietsen op de weg met een groot achterwiel en een klein voorwiel. Ook die rijwielen waren uiterst moeilijk te berijden.

Tenslotte keerden de fietsenmakers terug tot het oorspronkelijke idee hun rijwielen te voorzien van twee even grote wielen. Ze verschilden van de eerste fietsen, doordat hun constructie aanzienlijk was verbeterd. Ze hadden pedalen, die door middel van een ketting het achterwiel aandreven. De tandwielen van die ketting waren zo uitgevoerd, dat één omwenteling van de pedalen minstens anderhalve omwenteling van het achterwiel tot gevolg had. De nieuwe rijwielen werden ‘veiligheidsfietsen’ genoemd en bereikten een even grote snelheid als de vroegere modellen met een groot voorwiel.

Na de definitieve overwinning van de ‘veiligheidsfiets’ werden er spoedig tal van verbeteringen aangebracht: luchtbanden, trommelremmen, terugtrapremmen, versnellingen, enz.

Ook werden er fietsen gemaakt voor meer dan één rijder. De ‘tandem’ (fiets voor twee) was heel gewoon; er waren zelfs rijwielen voor vier personen.

Vooral in Nederland wordt veelvuldig van de fiets gebruik gemaakt, al wordt hij de laatste jaren bedreigd door de bromfiets.

< >