Tot aan het begin van de 18e eeuw lag in het zuiden van Frankrijk het prinsdom Oranje, waarvan in onze tijd alleen de stad van die naam is overgebleven. Op een bepaald ogenblik in de geschiedenis van Europa kwam dit prinsdom in het bezit van de graven van Nassau.
Via deze familie en door het kinderloos overlijden van een oom werd Willem van Nassau (de Nederlandse ‘Vader des Vaderlands’) in 1544 prins van Oranje. In de 18e eeuw werd het prinsdom ingelijfd door Frankrijk. De afstammelingen van Willem van Oranje verloren toen de bij het prinsdom behorende titel. Deze werd door Frankrijk namelijk overgedragen aan de kroon van Pruisen. De titel ‘Prins van Oranje’ kwam via een merkwaardige omweg echter toch nog bij het Nederlandse vorstenhuis terecht. Via de Pruisische kroon belandde de titel namelijk bij de Friese tak van de Nassau’s, waaruit ons vorstenhuis is voortgekomen. Sinds Nederland een koninkrijk is, mag de titel ‘Prins van Oranje’ weer gedragen worden door de oudste zoon van het Nederlandse staatshoofd.