Teddyberen zijn jaren geleden al stevig ingeburgerd als speelgoed. Ze lijken sprekend op. . .koalabeertjes.
Vreemd is dat niet: de schepper van de eerste teddybeer kreeg zijn idee na het zien van een opgezette koala.Koalaberen leven in de wouden van Australië. Zij zijn geen echte beren maar buidel-
dieren; de koala is dus verwant met de kangoeroe. Ook dit dier draagt zijn jongen in een buidel. Koala’s hebben een dikke, zachte pels. Met hun grote pluizige oren, hun kleine oogjes en hun ‘feestneuzen’ zien ze er schattig maar ook een beetje lachwekkend uit. Het grootste gedeelte van de dag brengen ze door in de boomtoppen - slapend. Gewoonlijk krijgt een koalawijfje één jong per worp.
Aanvankelijk is de koalababy opmerkelijk klein; hij zou gemakkelijk te verbergen zijn in een vingerhoed. Het diertje blijft zes maanden in de buidel van de moeder en blijft zich daarna nog drie maanden vastklemmen aan zijn moeders rug.
Uit hun pels blijkt, dat de koalabeertjes zoogdieren zijn; jonge koala’s krijgen van hun moeder op dezelfde manier melk als kalveren, veulens en jonge katjes. Volwassen koala’s eten uitsluitend bladeren van de eucalyptusboom. Dat dierentuinen buiten Australië zo zelden koalabeertjes in hun verzameling hebben, komt omdat het zo moeilijk is voor hen het juiste voedsel te bemachtigen.