Charles (1800-1860) Dat miljoenen mensen op aarde tegenwoordig rondrijden op rubberbanden hebben ze voor een groot deel te danken aan de Amerikaan Charles Goodyear. Rubber was reeds lang bekend voordat deze zoon van een uitvinder op het toneel verscheen.
Maar het materiaal had verscheidene nadelen. In een koud klimaat werd het hard en breekbaar; in warme streken werd het kleverig en verspreidde het een onaangename lucht. Verscheidene lieden zochten dan ook naar een middel om de bestaande rubbersoorten te verbeteren. Goodyear was een van hen; hij nam talrijke proeven waarbij hij rubber vermengde met andere stoffen in de hoop enige verbetering te verkrijgen. Op een dag in 1839 was hij bezig met een van zijn proeven toen hij per ongeluk een stuk rubber op een hete kachel liet vallen. Toevallig was dit rubber door Goodyear reeds vermengd met zwavel.
Door de hitte van de kachelplaat verkoolde het mengsel . . . maar het verbrandde niet. Toen Goodyear het verkoolde materiaal beproefde, bleek de kwaliteit uitzonderlijk verbeterd te zijn. De nieuwe stof werd niet meer kleverig als ze verwarmd werd; ze stonk niet meer en ze bleef ook bij hevige kou soepel. Vermengen met zwavel bleek een uitstekende methode om de kwaliteit van rubber te verbeteren. Goodyear noemde zijn procédé ‘vulkaniseren’; een woord, dat afgeleid is van de Romeinse god van het vuur, Vulcanus.Omdat Goodyear geen zakenman was, leverde zijn ontdekking hem weinig op. Op latere leeftijd kwam hij zelfs wegens hoge schulden in de gevangenis terecht en hij stierf als een doodarm man; er zich niet van bewust dat 100 jaar later het complete wereldautopark op zijn uitvinding zou rondrijden!