Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Potestaat

betekenis & definitie

[<Lat. potestas, macht], machthebber. Naar de traditionele opvatting een gekozen aanvoerder of vorst.

Friesland zou van 809-1494 dertien potestaten geteld hebben. waarvan de eerste tot en met de zevende echter op fantasie berusten. De potestaat wordt het eerst genoemd tijdens de onderhandelingen te Enkhuizen tussen de Friezen en de Bourgondische hertog Karel de Stoute (1470). en wel als vertegenwoordiger van de landsheer (dus niet als een vrij gekozen hoofd). → Albrecht III van Saksen werd 1498 door keizer Maximiliaan als ‘gubernator ende potestaat' van Friesland erkend.

< >