Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Cornelis Willem Lely

betekenis & definitie

Ned. waterbouwkundige en staatsman, *23.9.1854 Amsterdam. ✝ 14.1.1929 ’s-Gravenhage. Studeerde te Delft; 1886-91 chef technisch onderzoek van de Zuiderzeevereniging; 1891 94. 1897-1901 en 1913—18 minister van Waterstaat; bevorderde in deze functie de aanleg van lokaalspoor- en tramwegen; 1894-1902, 1905-10 en 1919-23 liberaal lid van de Tweede Kamer; 1902—05 gouverneur van Suriname; ontwierp plan drooglegging van de Zuiderzee, welk plan 1918 wet werd.

Aan hem zijn de Rijksverzekeringsbank en het Rijksmijnbedrijf in Limburg te danken. Lelystad is naar hem genoemd.LITT. K.Jansma, Lely, bedwinger der Zuiderzee (2e dr.,1954); W.Top, Ingenieur Lely (1974); C.E.P.M.Raedts, Ir. C.Lely en zijn betekenis voor de Ned. mijnbouw' in Limburg (in: Stud.soc.-econ. gesch. Limburg. 1976).

< >