Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Gepubliceerd op 11-06-2020

Snel-

betekenis & definitie

Er wordt soms bezwaar gemaakt tegen de volgende samenstellingen van snel- met een substantief:

a.Snelboot
Van Dale beschouwt dit als een germanisme (D. ‘Schnellboot’) voor ‘motortorpedoboot’. Kramers, Van Gelderen en Jansonius vermelden het nochtans zonder verdere aantekening. De andere woordenboeken achten het waarschijnlijk niet gebruikelijk genoeg om het op te nemen.

b.Snelbouw
Dit woord vindt men slechts in Van Dale, die het als een germanisme (D. ‘Schnellbau’) beschouwt voor ‘het snelle bouwen’. In de kranten heb ik het een enkele keer in de samenstelling ‘snelbouwwoningen' (Het Volk, 12.10.72, p. 36) aangetroffen.

c.(Auto)snelweg
Deze samenstelling wordt soms nog afgekeurd als een germanisme (D. ‘Schnellweg’) voor ‘autoweg’ of ‘snelverkeersweg’. De woordenboeken beschouwen (auto)snelweg echter als goed Nederlands. De verkorte vorm is ook handzamer dan ‘snelverkeersweg’, vooral in composita:

‘...een auto die zonder moeite op snelwegtempo kruist...’ (Elseviers Magazine, 25.11.72, p. 137)
"...een indrukwekkend snelwegennet...’ (De Standaard, 13.10.72, P- 24)

Conclusie:
De woordenboeken vermelden een vijftigtal samenstellingen van snel- met een substantief, die niemand als germanismen beschouwt (bijv. sneltrein, snelbrommer, snelverkeer). Dit belet echter niet dat snelbouw nog niet aanvaard wordt en dat er over het Nederlands karakter van snelboot verschil van mening bestaat.
Uit de woordenboeken blijkt al, dat de samenstellingen van snel- met een substantief een zeer produktief type is; in de kranten heb ik nog de volgende nieuwe samenstellingen met snel- gevonden: zomer-snelcursus, snelkredieten, snelrecepten, snelrestaurant, snelschaken, TV-snelservicedienst, snelspoorweg.

< >