ook Petrus de Aliaco genoemd, bijgenaamd Aigle de la France en tamelijk ten onregte Marteau des Héréliques, geb. te Compiègne 1350, uit ouders van den geringen stand, gest. 1425, werd om zijne verdiensten achtereenvolgend grootmeester van het Collége van Navarre (1384), kanselier der Universiteit van Parijs, aalmoezenier en biechtvader van koning Karel VI, bisschop van Kamerijk, en eindelijk kardinaal (1411). Hij onderscheidde zich op de conciliën van Pisa en Constance, en toonde de noodzakelijkheid aan om hervormingen te brengen in de kerk.
Hij werd legaat van den paus, eerst in Duitschland, later te Avignon. Hij speelde eene groote rol in de philosophische twisten van zijnen tijd. Al zijne geschriften in folio gedrukt, Straatsburg 1490.