(graaf Joseph de), beroemd schrijver, geb. 1 April 1753 te Chambéry, uit een geslacht van fransche afkomst, gest. te Turijn 25 Febr. 1821, werd door het gouvernement van Sardinië met verscheidene onderhandelingen belast, vergezelde koning Karel Emmanuel naar het eiland Sardinië, tijdens den inval der Franschen in zijne staten, en begaf zich 1803 naar Petevsburg, als gevolmachtigd minister van genoemden vorst. In 1817. tijdens de uitdrijving der Jezuïeten, genoodzaakt Rusland te verlaten, omdat hij partij had getrokken voor de opgehevene orde, werd hij in zijn vaderland benoemd tot regent der kanselarij, en ontving allerlei vereerende onderscheidingen.
Hij heeft naam gemaakt als talentvol verdediger van het strenge absolutismns, van de wereldlijke oppermacht des pausen, enz. Zijne voornaamste werken zijn; Considérations sur la Franco (Lausanne, 1796; dikwijls herdrukt); Vu Pape (Lyon 1809); De l'Eglise gallicane (Par. 1821) waarin hij de vrijheden der Fransche kerk aantast; les Soirees de Saint-Pétersbourg, eerst na zijnen dood in 't licht verschenen (Parijs 1821), waarin een zonderling mysticismus hecrscht. In 1826 heeft men van de M. een Examen de la phüosophie de Bacon uitgegeven (2 dln.), waarin over dien engelschen wijsgeer een zeer streng oordeel wordt geveld. In 1851 verscheen te Parijs eene verzameling Lettres et Opusmies van Jos. de Maistre, en 1860gaf Blanc in bet licht de Correspondttnce diplomatique de Jos. de M. (2 dln. Parijs).(Xavier de), broeder van den vorige, geb. te Chambéry in Oct. 1763, hield sedert 1817 afwisselend verblijf in Frankrijk en te Petersbnrg, en stierf in Rusland’s hoofdstad 12 Juni 1852. Van zijne Oeuvres (3 dln. Parijs 1825; dikwijls herdrukt) verdienen inzonderheid vermeld: Voyageautour de ma chambre (Pelersburg 1794, dikwijls herdrukt; Parijs 1845); Le lépreux de la cité d'Aoste (Parijs 1811); Les prisonniers du Cancase en Prascovie ou la jeune Sibérienne.
